Staatssecretaris Maarten van Ooijen tijdens het debat over de jeugdzorg in de Tweede Kamer. Foto: ANP ROBIN UTRECHT
Het werd ook tijd want die hervormingsagenda had er al op 1 januari 2021 moeten liggen. Intussen is het aantal jongeren in de jeugdzorg opgelopen van ooit 1 op 27 naar 1 op 7 en is de crisis in de jeugdzorg zeker niet verdwenen.
De gesprekken tussen het rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten stonden de afgelopen jaren vooral in het teken van de financiële randvoorwaarden van de decentralisatie jeugdzorg. Na het bestuurlijk overleg tussen staatssecretaris Van Ooijen en de gemeenten op 9 mei 2022 zijn de besprekingen tussen het rijk en de VNG over de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 weer hervat. Dit werd mogelijk doordat het kabinet besloot zelf het risico te dragen voor de extra bezuiniging van 511 miljoen euro op de jeugdhulp.
Actie gevraagd
Alle partijen vragen in het zogenoemde “Wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Jeugd en aanverwante zaken” de staatssecretaris met klem om actie, want de problemen in de jeugdzorg zijn groot en duren al te lang. De frustratie onder de aanwezige Kamerleden is groot: steeds dezelfde discussies spelen al jaren, er is een groot aantal moties aangenomen en niet uitgevoerd en telkens beginnen nieuwe bewindspersonen weer van voren af aan. Staatssecretaris Van Ooijen tempert de verwachtingen: alle ingrijpende maatregelen hangen af van de hervormingsagenda jeugd. Waarvoor hij naar hij hoopt voor de kerst een principeakkoord kan sluiten, maar garanties geeft hij niet.
Akkoord met gemeenten
Een en ander hangt af van afspraken met de gemeenten. Want: weliswaar draagt nu VWS het risico voor de extra bezuiniging van 500 miljoen euro op de jeugdzorg, er staat ook nog een bezuinigingsopgave voor 2023 op de rol van 375 miljoen euro. De onderhandelingen met de gemeenten lopen nog. PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis maakt zich zorgen over de dekking van dit bedrag. “Hoe kansrijk is deze deal? We wachten maar en we weten niets.” Van Ooijen zegt te hopen ook dit voor de kerst te hebben afgerond: “We hebben nog een aantal ingewikkelde knopen door te hakken.” Desgevraagd wil hij niet filosoferen over een plan B, want hij wil alles op alles zetten om plan A te verwezenlijken.
Doordebatterend zegt de staatssecretaris niet van plan te zijn om het decentrale stelsel te wijzigen. Hij wil het stelsel naar eigen zeggen “versterken en vereenvoudigen”.
Tijdschrijven in de jeugdzorg
Vereenvoudiging is bijvoorbeeld bij de administratieve lastendruk aan de orde. De bureaucratie is veel te groot en er is de afgelopen jaren nauwelijks verbetering in gekomen, daar zijn alle aanwezigen het over eens. Een oplossing die door veel Kamerleden wordt aangedragen, is om te stoppen met tijdschrijven. Maar de oplossing is wederom niet eenvoudig, zegt Van Ooijen: “Dat is afhankelijk van het model prestatiecodes dat zou zijn gerealiseerd voor 2021, maar dat heeft VWS inderdaad nog niet voor elkaar. Ik kan daar pas echt wat aan doen als ik weet wat er precies waar speelt.” En dat moet vervolgens, wederom, een plek krijgen in de hervormingsagenda. Van Ooijen tekent daarbij aan dat tijdschrijven op geen enkele manier als verplichting in de wet staat. Volgens hem kunnen jeugdzorgaanbieders met gemeenten afspraken maken over tijdschrijven.
Hervormingsagenda
Kamerlid Maarten Hijink wijst op de afspraken die zijn gemaakt met de voorgangers van Van Ooijen. Staatssecretaris Blokhuis zou via een ministeriële regeling afspraken maken met werkgevers en werknemers om tijdschrijven af te schaffen. Van Ooijen stelt: “Zo’n ministeriële regeling heeft te maken met de bekostigingsvorm. Daar hebben we vermindering van de productcodes voor nodig. We moeten inzicht krijgen in de zorgvormen die in elke regio worden ingekocht. En daar is het model prestatiecodes jeugd voor nodig. Dat moet uiteindelijk in de hervormingsagenda leiden tot een oplossing.”
Het wachten is dus allereerst op de hervormingsagenda jeugd. Hierin zal ook de zorgplicht zijn opgenomen, in de vorm van een ‘doorkijk’. Daarna kan de Tweede Kamer daarover debatteren (volgend jaar). Om de moed erin te houden, wijst de staatssecretaris op een succesje: “Er is toch iets gebeurd het afgelopen jaar. We hebben een kwartiermaker kwaliteit en effectiviteit aangesteld, dat is heel belangrijk.”