South Africa --- A heart monitor screen with a question mark --- Image by © VStock LLC/Klaus Tiedge/Tetra Images/Corbis
De NVZ vereniging van ziekenhuizen en de NFU hebben voor het eerst de gestandaardiseerde sterftecijfers van de ziekenhuizen bekend gemaakt. Volgens de brancheverenigingen bieden deze nog geen aanknopingspunten voor kwaliteitsvergelijking.
Volgens de NVZ staan de grote verschillen in de wijze waarop de ziekenhuizen patiëntkenmerken registreren en coderen een zinvolle vergelijking in de weg. Het registratiesysteem is oorspronkelijk opgezet voor interne administratieve doeleinden. Het omvormen ervan tot een landelijke kwaliteitsregistratie vraagt tijd, aldus de NVZ.
‘Schokkend’
Daarbij komt dat de kwaliteit van de achterliggende data niet zelden onvoldoende is. Mede om deze reden heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor bijna een derde van de 93 ziekenhuizen geen gestandaardiseerd gemiddelde kunnen berekenen. Anesthesioloog Cor Kalkman van het UMC Utrecht, die het onderzoek namens de Nederlandse Federatie van Universitaire medische centra (NFU) heeft begeleid, noemt de gebrekkige datakwaliteit ‘schokkend’.
Wassen neus
De onvolkomenheden betekenen dat het gestandaardiseerde sterftecijfer volgens de NVZ vooralsnog “een indicator is die vooral nuttig is voor interne signalering en gebruik in de ziekenhuizen zelf”. De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) toont zich teleurgesteld over het feit dat de huidige registratie geen keuze-informatie voor de patiënt bevat. “We horen al vijf jaar dat het niet lukt met de registratie,” reageert NPCF-directeur Wilna Wind. “Op deze manier blijven de cijfers een wassen neus en wekt transparantie alleen maar verwarring.”
Diagnosegroepen
Leidraad voor het Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR) zijn vijftig diagnosegroepen. Het gestandaardiseerde sterftecijfer onderscheidt zich van het absolute sterftecijfer door de verdiscontering van wegingsfactoren als de verhouding tussen het werkelijke en het ‘verwachte’ aantal sterfgevallen op basis van ondermeer leeftijd, herkomst en sociaaleconomische status binnen een bepaald patiëntenprofiel.
Kritiek
In Engeland en de Verenigde Staten worden de HSRM-cijfers al geruime tijd bekend gemaakt. Daarmee groeit ook de kritiek op de onvolkomenheden van het systeem. Zo kan een hoog aantal heropnames het HSRM drukken, terwijl dit moeilijk kan worden aangemerkt als een indicator voor goede zorg. Ook het ontslagbeleid van het ziekenhuis is van invloed. Een patiënt die er voor kiest thuis te sterven draagt bij aan een lager HSRM, terwijl ziekenhuizen met een eigen hospice te maken hebben met hoge sterftecijfers.
Correctie
Een andere verstorende factor is de hoeveelheid complexe verrichtingen die een ziekenhuis uitvoert. In zulke ziekenhuizen is de kans op sterfte groter dan in een ziekenhuis die deze ingrepen niet doet. De NVZ en NFU zeggen er hard aan te werken om de registratie binnen afzienbare tijd overal eenduidig te maken. “Pas als de cijfers voldoende gecorrigeerd zijn voor allerlei patiënt- en locatiegebonden factoren, kunnen dit soort cijfers voor directe kwaliteitsvergelijking worden gebruikt”, aldus de NVZ.