Sterke eerstelijnszorg lijkt wereldwijd de standaard te worden voor goede gezondheidszorg. In landen waar de overheid de structuur van de eerste lijn beter heeft georganiseerd is er volgens patiënten minder te verbeteren, zo blijkt uit een onderzoek van het onderzoeksinstituut NIVEL in 34 landen.
Het onderzoek is gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Bijna 70 duizend patiënten uit 34 landen beantwoordden vragen over hun ervaringen met huisartszorg. Over de communicatie met hun huisarts zijn de meeste mensen zeer te spreken, maar niettemin zijn er in veel landen ook mogelijkheden voor verbetering. In sommige landen zien patiënten meer verbeterpunten dan in andere, aldus het onderzoek.
Sturing
“Beleid om de eerstelijnszorg te stimuleren blijkt dus een verschil te maken in het oordeel van patiënten over wat er beter kan”, zegt NIVEL-onderzoeker Willemijn Schäfer. In landen waar de overheid meer sturing geeft aan de eerste lijn, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van een beleidsvisie of heldere verdeling van verantwoordelijkheden, blijken patiënten positiever over de continuïteit van eerstelijnszorg dan in andere landen.
In landen met betere financiële en economische condities voor de eerstelijnszorg, zoals hogere relatieve uitgaven aan de eerste lijn en een betere dekking voor eerstelijnszorg, blijken de patiënten minder ruimte te zien om de toegankelijkheid, continuïteit en breedte van het aanbod in de eerstelijnszorg nog te verbeteren. Hetzelfde geldt voor de communicatie tussen patiënt en huisarts en de ruimte om gezamenlijk beslissingen te nemen.
Meerdere problemen
In Cyprus, Portugal, Slowakije, Spanje en Turkije zien patiënten ruimte voor verbetering in de toegankelijkheid van zorg. Daarnaast hebben patiënten in veel van de landen – ook in Nederland – behoefte aan meer mogelijkheden om tijdens een consult meerdere problemen te bespreken en om ook over persoonlijke problemen te praten.
In de continuïteit van zorg is ruimte voor verbetering in Zuid-Europese landen zoals Griekenland, Malta, Turkije en Cyprus. Ook zouden patiënten in onder meer Cyprus, Bulgarije en Polen graag nog meer door de huisarts worden betrokken bij beslissingen over de behandeling.