Gemeenten kunnen aanbieders op verschillende manieren selecteren. Onder strenge selectie verstaat het CPB de schifting op basis van offertes. Laten de gemeenten elke aanbieder toe die voldoet aan een set van minimumvoorwaarden, dan noemt het CPB dat een lichte selectie. Daarnaast kunnen gemeenten de omzet van aanbieders begrenzen door middel van budgetplafonds of vaste budgetten. Het CPB onderzocht of strengere selectie en omzetgrenzen het gebruik van jeugdhulp verlagen.
Tweedelijns jeugdhulp
Uit het onderzoek blijkt inderdaad een verband, maar vooral met het gebruik van gespecialiseerde, ofwel tweedelijns jeugdhulp. “In gemeenten die strenge selectie van aanbieders toepassen, is het gebruik van tweedelijnsjeugdhulp zonder verblijf in 2019 significant lager dan in gemeenten die lichte selectie toepassen. In gemeenten met strenge selectie is het gebruik van tweedelijnsjeugdhulp zonder verblijf gemiddeld 9 procent afgenomen in de periode 2011-2019, terwijl dit in gemeenten met lichte selectie gemiddeld 16 procent is toegenomen”, zo is te lezen in de rapportage van het CPB.
Totaal gebruik
In het totale gebruik van jeugdhulp blijkt echter geen verschil tussen gemeenten die een strenge of lichte selectie van aanbieders toepassen. “In gemeenten met strenge selectie van jeugdhulpaanbieders wordt namelijk meer vrij toegankelijke hulp ingezet dan in gemeenten met lichte selectie, voornamelijk in wijkteams. Daarmee komt het totale aantal kinderen dat jeugdhulp zonder verblijf krijgt – vrij toegankelijke jeugdhulp plus hulp in de tweede lijn – even hoog uit”, aldus het CPB.
Aantal aanbieders
Het verschil in het gebruik van tweedelijnsjeugdhulp zonder verblijf lijkt niet samen te hangen met het aantal aanbieders van tweedelijnsjeugdhulp in een gemeente. “Hoewel gemeenten met een lichte selectie van jeugdhulpaanbieders gemiddeld meer aanbieders per duizend kinderen gecontracteerd hebben dan gemeenten met een strenge selectie, zien we dus geen aanwijzingen dat het grotere aantal aanbieders op zichzelf een belangrijke oorzaak is van het hogere jeugdzorggebruik in deze gemeenten”, stelt het CPB vast.
Omzetplafonds
In gemeenten die omzetbegrenzing toepassen, is het gebruik van jeugdhulp met verblijf minder gestegen dan in gemeenten die geen omzetbegrenzing toepassen. Het aantal kinderen dat jeugdhulp met verblijf gebruikt, is gemiddeld met zo’n 66 procent toegenomen in de periode 2011-2019 in gemeenten die omzetbegrenzing toepassen, maar in gemeenten die geen omzetbegrenzing toepassen, is het nog sterker gestegen: gemiddeld zo’n 85 procent.