Dat blijkt uit cijfers van het CBS voor het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. De uitval in het mbo daalde het hardst, van 27 procent in 2010/2011 naar 18 procent in het afgelopen jaar. In het hbo ging dat van 31 naar 26 procent en op de universiteit was de daling miniem: van 22 naar 21 procent.
Hbo en mbo
In studiejaar 2020/2021 viel bijna een kwart van de eerstejaars hbo-studenten uit. De meeste uitval was bij de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening/SPH (69 procent), Oefentherapie Cesar (57 procent) en Toegepaste Gerontologie (48 procent).Op het mbo was de meeste uitval bij nieuwe opleidingen als Maatschappelijk verzorgende-IG plus (38 procent) en Vitaliteitsbegeleider (32 procent), maar ook bij de opleiding Tandtechniek (28 procent). Dit zijn allemaal kleine mbo-opleidingen.
Universiteit
Bij de universitaire studies met een numerus fixus was de uitval in 2020/2021 het laagst: bij Geneeskunde 8 procent en bij Tandheelkunde 3 procent. Ook European Public Health kent met 5 procent weinig studieuitval in het eerste jaar. Dat vormt een scherp contrast met opleidingen als Gezondheidswetenschappen (waar de uitval in het eerste jaar 40 procent is) en Gezondheid en Leven (35 procent). Een deel van de uitgevallen studenten heeft de opleiding verlaten met een propedeusediploma om een andere opleiding te gaan doen.