Gemeenten hebben niet genoeg budget om de Jeugdwet uit te voeren. Ze komen samen structureel tussen de 1,3 en 1,8 miljard tekort, berekende onderzoeksbureau AEF. Naar aanleiding van dit onderzoek stelde het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een stuurgroep in die zich moest buigen over welke maatregelen genomen moeten worden om de jeugdzorg op lange termijn betaalbaar te houden. Vrijdag 23 april publiceerde de stuurgroep zijn bevindingen.
De drie grote vragen waar een volgend kabinet samen met de VNG een beslissing over moet nemen zijn:
- Hoe breed of smal moet het doel van de Jeugdwet zijn?
- Hoeveel beleidsvrijheid moeten gemeenten hebben over de Jeugdwet?
- Is de gemeente voor alle voorzieningen op grond van de Jeugdwet het beste uitvoeringsniveau?
Reikwijdte
Sinds de decentralisatie wordt heel veel zorg voor de jeugd geschaard onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. Het is niet duidelijk hoe breed deze verantwoordelijkheid ingevuld moet worden, constateert de stuurgroep.
Probleemzwaarte
Daarom is het hoog tijd om de politieke keuze te maken over welke zorg er onder de Jeugdwet valt en welke niet. Dit kan door “bepaalde zorgvormen uit te sluiten” of door af te spreken “bij welke probleemzwaarte” zorg nodig is.
Volgens de stuurgroep kan het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind als maatstaf genomen worden voor de minimale standaarden van ondersteuning. Bovendien moet er bij deze afbakening besloten worden wanneer hulp afgerond moet worden.
Rol gemeenten
Welke rol moeten gemeenten hebben voor de Jeugdwet? Dat is de tweede vraag waar de stuurgroep zich over boog. De stuurgroep constateert dat er grote verschillen zijn tussen gemeenten in hun omvang, bestuurskracht en uitvoeringskracht. Gemeenten staan in het huidige stelsel maar deels aan het roer. Het zijn namelijk vooral huisartsen en gecertificeerde instellingen die bepalen wie er jeugdzorg nodig heeft; daar hebben gemeenten geen invloed op. Daardoor kunnen gemeenten maar moeilijk sturen op de jeugdzorgkosten die zij zelf moeten betalen.
Verhuizing Jeugdwet
Hier zijn volgens de stuurgroep twee mogelijke oplossingen voor: “óf de gemeentelijke beleidsvrijheid in het Jeugdstelsel verdergaand begrenzen”, “óf het Jeugdstelsel (financieel en bestuurlijk) zodanig in te richten dat gemeenten daadwerkelijk de aan hun opgedragen verantwoordelijkheid kunnen invullen.” Kortom: of de Jeugdzorg moet terug naar het rijk of gemeenten moeten bepalen met welk budget zij welke Jeugdzorg leveren. In theorie, schrijft de stuurgroep in zijn rapport, zitten er nog mogelijkheden tussen, “maar doorgaans neemt ook de uitvoeringsvrijheid toe als de beleidsvrijheid toeneemt.”
Regionalisering
Zijn gemeenten überhaupt wel het niveau waar de jeugdzorg uitgevoerd moet worden? Bijzondere, specialistische jeugd-ggz kan niet door één gemeente georganiseerd worden. Het is daarom niet gek als er een zekere verplichte regionale samenwerking komt voor bepaalde zorgvragen. Ook hier gaat het weer over de vraag: om welke zorgvragen gaat het dan?
Gemeenten zijn nu al verplicht om toekomstvisies te ontwikkelen in de jeugdzorgregio. Verdergaande regionalisering of centralisering kan volgens de stuurgroep kosten besparen, al is het maar omdat er dan minder administratieve lasten zijn voor zorgaanbieders.
Hans Kevenaar
Iedere professional, zowel de mensen van de primaire zorg als de bestuurders van de Kinder- en Jeugd psychiatrische instellingen waren destijds (begin deze eeuw) al fel tegenstander van de overgang naar de Gemeenten; we hadden daar hele goede redenen voor, maar de politiek wilde niet luisteren met alle gevolgen van dien. Voortaan : bezint eer men begint !!!
Hans Kevenaar
voormalig bestuurder Triversum
Gert-Jan Lind
Die decentralisatie moet teruggedraaid worden. Laat jeugdzorg op dezelfde manier betaald worden als volwassenenzorg, net als in de somatische zorg. Alle ingewikkeldheden die er nu zijn bij de overgang van het ene stelsel naar het andere zijn dan opgelost, want er is dan geen overgang meer. En misschien ook maar een parlementaire enquête naar deze ongelofelijk complexe bezuinigingsoperatie die alleen maar ellende in de jeugdzorg heeft gebracht en goede zorg heeft afgebroken.