ZOETERMEER - De recessie is ernstiger dan verwacht, Nederland haalt de broekriem aan. ANP PHOTO XTRA LEX VAN LIESHOUT
De tarieven die gemeenten bieden voor geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd (jeugd-ggz) zijn niet kostendekkend. Dit leidt bij aanbieders van jeugd-ggz al tot financiële tekorten, zo blijkt een kostprijsonderzoek van bureau Berenschot. GGZ Nederland wil het onderzoek gebruiken om samen met gemeenten tot reëlere prijzen te komen.
Berenschot deed in de tweede helft van 2018 onderzoek bij 16 aanbieders van jeugd-ggz, waarbij werd gekeken naar de goedgekeurde jaarrekeningen van 2017. In omzet vertegenwoordigen de organisaties ongeveer de helft van alle jeugd-ggz die in Nederland wordt geboden. De zestien aanbieders bleken dat jaar al gemiddeld 3 procent verlies te hebben geleden op de jeugd-ggz.
Berenschot concludeert hieruit dat de tarieven voor jeugd-ggz de kosten niet dekken. Het bureau ziet dat veel gemeenten al sinds de transitie van jeugdzorg in 2015 worstelen met de kosten en de budgetten hiervoor. Een en ander wordt vandaag ook weer bevestigd door accountantskantoor BDO, dat schrijft dat gemeenten zelf in financiële problemen komen door hun zorg taken.
Inhoudelijke dialoog
Volgens Berenschot willen gemeenten zorgaanbieders wel een reëel tarief bieden. Over wat een reëel tarief is, bestaat echter veel discussie. “Lastig daarbij is dat niet of nauwelijks objectieve en gevalideerde gegevens beschikbaar zijn om een reëel tarief te kunnen bepalen”, stelt Berenschot. “Gevolg is dat gemeenten daarom vaak gebruik maken van gegevens die wel voorhanden zijn, maar volgens zorgaanbieders onvoldoende toepasbaar zijn op hun type jeugdzorg. Door het uitblijven van een oplossing, zijn diverse aanbieders van jeugdzorg de afgelopen jaren in financiële problemen gekomen.”
“De discussie richt zich veelal op tarieven, maar daarbij wordt nog onvoldoende gekeken naar het aantal jeugdigen dat zorg nodig heeft en de duur van trajecten. Ook die zijn echter zeer bepalend voor de totale kosten”, zegt Marvin Hanekamp, managing director bij Berenschot.
Collega Bas Peeters vult aan: “We adviseren gemeenten en zorgaanbieders daarom niet alleen het gesprek te voeren over tarieven, maar ook de meer inhoudelijke dialoog aan te gaan over preventie van (zware) zorg en het voorkomen van onnodig lange trajecten. Goede en betaalbare jeugdzorg is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en zorgaanbieders.”
Rechtszaken
GGZ Nederland is blij met het onderzoek en ziet hierin een bevestiging dat de huidige financiering van de jeugd-ggz leidt tot tekorten en indirect tot riskante situaties voor jeugdigen. De branchevereniging wijst erop dat er ook al een aantal rechtszaken is geweest tussen gemeenten en ggz-aanbieders waaruit bleek dat de tarieven te laag waren.
“Een rechter oordeelde – in een hoger beroepsprocedure – dat gemeenten ‘behoorlijk onderzoek’ moeten doen voor het bepalen van reële tarieven, waarbij rekening gehouden wordt met een realistische kostprijs van de zorg. Daarnaast moet er sprake zijn van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugd-ggz en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan. De rechter heeft criteria geformuleerd waarmee rekening gehouden dient te worden”, stelt GGZ Nederland.
Berenschot heeft op basis van zijn kostprijsonderzoek een handreiking voor gemeenten geschreven aan de hand waarvan zij, rekening houdend met criteria die de rechter heeft gesteld, tot reëlere tarieven kunnen komen. GGZ Nederland hoopt gemeenten en zorgaanbieders dit zullen gebruiken. “Hiermee is er een onafhankelijk instrument beschikbaar dat gemeenten en zorgaanbieders helpt om te focussen op waar het werkelijk om gaat; de juiste hulp op het juiste moment voor kinderen en jeugdigen die dat nodig hebben. Dat is wat gemeenten en aanbieders bindt en waar zij een gezamenlijke verantwoordelijkheid in hebben”, aldus GGZ Nederland.
Lees het rapport van Berenschot bij Zorgvisie