In januari heeft de Taskforce oplossingen gepresenteerd om op korte termijn de inzet van personeel na de coronacrisis te verbeteren. In april is het de beurt aan maatregelen op de middellange termijn. De Taskforce zet daarbij in op behoud van professionals voor de zorg, het belonen van extra werk, het stimuleren om meer uren te werken en vooral het terugdringen van de groei van het aantal zzp’ers in de zorg.
Opleiding
Als het gaat om de eerste pijler – anders leren en werken – adviseert de Taskforce een aantal beleidsmaatregelen die voor augustus 2022 uitgevoerd moeten zijn, om op de ‘winterpiek’ in capaciteit te kunnen anticiperen. Het gaat onder andere om het ontwikkelen van een modulair programma voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers, een betere inzet van wachttijdstudenten voor de opleiding geneeskunde en innovatieve vormen van trainen en begeleiden – zoals het centraal aanbieden van technische tools en het opzetten van regionale skillslabs.
Compensatie
De crisisregeling voor zorgpersoneel die de Taskforce voorstaat, moet de ingewikkelde wet- en regelgeving ondervangen op het moment dat er zich opnieuw crises voordoen (in casu als fase 2C van het LNAZ-Opschalingsplan COVID19 in werking treedt). Dan wordt bijvoorbeeld de BIG-herregistratieplicht voor beroepsbeoefenaren opgeschort, krijgen (oud)artsen en verpleegkundigen bepaalde zelfstandigheid en worden btw-drempels weggenomen voor de uitwisseling van personeel. De Taskforce bepleit de instelling van een compensatiefonds dat per 1 september 2022 operationeel is, zodat personeel meer uren kunnen werken. Daarnaast adviseert de Taskforce een uniforme calamiteitenregeling, voortvloeiend uit centrale, landelijk dekkende afspraken tussen sociale partners. Die moeten regionale samenwerking tussen werkgevers verbeteren, vooral op het gebied van praktische ondersteuning.
Leiderschap
Tot slot trekt de Taskforce een aantal lessen als het gaat om een structurele veranderaanpak. Corona als katalysator is niet voldoende voor blijvende verandering. Een gedegen veranderaanpak is niet vanzelfsprekend. En een stevige positie voor zorgprofessionals is cruciaal, maar komt niet vanzelf. De commissie vraagt vooral aandacht voor de rol van de teamleider of direct leidinggevende in het behoud van zorgpersoneel of in maatregelen voor duurzame inzetbaarheid. “Wat moeten teamleiders zoal doen en hoe zorgen ze ervoor dat ze faciliterend zijn? Onder meer: investeren in positieve relaties met medewerkers, instroom en behoud medewerkers, operationeel management (productie, productiviteit, financiën), waardering tonen voor goed werk, steun bieden in tijden van stress en duidelijke verwachtingen creëren. Maar ook: mensen uitdagen om stappen te zetten in hun loopbaan en de vertaling maken van algemene maatregelen naar de individuele behoeften van medewerkers.” Maar dat laatste is in alle voorstellen van de Taskforce relevant.
Toch wordt de rol van teamleiders of direct leidinggevenden in veel organisaties onderschat, zo vindt de Taskforce. Er wordt gestuurd op korte termijn-indicatoren als productie, waardoor de werkdruk hoog is. Bovendien is er in organisaties weinig tijd en geld voor de ontwikkeling van leiderschapsvaardigheden. “Een schril contrast met de investeringen op dit gebied ten bate van het midden- en hogere management in de zorg”, zo schrijft de Taskforce.