De tekorten aan Actilyse (alteplase) en Metalyse (tenecteplase) worden veroorzaakt door een toename van het aantal gebruikers van de medicijnen en productieproblemen bij de fabrikant, het Duitse Boehringer Ingelheim. Tot begin 2024 wordt er naar verwachting minder van de producten geleverd dan gewoonlijk.
Importeren
In Nederland worden jaarlijks zo’n 10.000 patiënten met de medicatie behandeld. Het zelf bereiden van de medicijnen is zeer complex, aldus de inspectie – en daarom niet mogelijk. Wel mogen er tijdelijk vergelijkbare geneesmiddelen uit het buitenland worden geïmporteerd. Dat zal het tekort echter niet volledig oplossen, zo denkt de inspectie.
Oplossingen
Ook mogen ziekenhuisapotheken de medicijnen tijdelijk uitwisselen, omdat er in sommige ziekenhuizen meer voorraad is dan in andere. Ziekenhuisapothekers mogen geneesmiddelen volgens de Geneesmiddelenwet normaal alleen leveren aan patiënten.
Zorgminister Ernst Kuipers laat verder in een brief aan de Tweede Kamer weten dat ook met de fabrikant wordt overlegd over bijvoorbeeld het verlengen van de houdbaarheidsdatum voor Metalyse. Overigens wordt Actilyse volgens de minister wereldwijd veel meer gebruikt. De fabrikant werkt aan “verschillende langetermijnoplossingen” om aan de wereldwijde vraag te kunnen voldoen, aldus de minister.
‘Op is op’
Bij een dreigend tekort aan een geneesmiddel kan de commissie Actuele Tekorten Geneesmiddelen (ATG) ingrijpen. De commissie werd opgericht tijdens de coronacrisis, toen tekorten aan bijvoorbeeld ontstekingsremmers dreigden. Actilyse, of alteplase, lost de stolsels bij een herseninfarct op. Volgens voorzitter van de commissie ATG, Nicole Hunfeld, zijn specialisten, die werken met het middel geïnstrueerd het vanaf nu alleen in te zetten bij een herseninfarct.
Voor de behandeling van bijvoorbeeld een longembolie zijn namelijk alternatieven voorhanden. Door alle alteplase te reserveren voor mensen met een herseninfarct wordt een acuut tekort voorkomen, aldus Hunfeld. Of dat vol te houden is tot de fabrikant de productie op orde heeft, valt te bezien. “Op is op”, aldus Hunfeld. “Maar dat gaan we heel erg proberen te voorkomen.” (ANP)