Verzekeraars kunnen het middel van één leverancier aanwijzen als voorkeursmiddel, wat wil zeggen dat verzekerden alleen het medicijn van dat merk vergoed krijgen. Het gaat om geneesmiddelen waar geen patent meer op zit, waaronder cholesterolverlagers, maar ook middelen tegen hartfalen en MS.
Weinig aantrekkelijk
“De leverancier wiens medicijn is aangewezen als voorkeursmiddel zal daar veel van naar Nederland halen”, legt Tinke uit. Voor de anderen is dat weinig aantrekkelijk. Omdat het om relatief goedkope medicijnen gaat en er maar weinig afzetmarkt overblijft, wegen de kosten niet op tegen de baten.
Dit systeem werkt het tekort aan medicatie in de hand, aldus Tinke, die ook directeur is van groothandel Pluripharm. Als voor een voorkeursmiddel een leveringsprobleem ontstaat, moeten groothandelaren een ander middel leveren. Maar doordat leveranciers daar relatief weinig van naar Nederland hebben gehaald, kunnen ook de alternatieve middelen snel opraken. Geneesmiddelen hebben immers maar een beperkte houdbaarheidsdatum, dus grote voorraden opbouwen gaat niet. (ANP)