Van der Velden onderzocht de problemen van de organisatie. Sinds 2015 is de SOJ verantwoordelijk voor de inkoop van de zorg bij hulpverleners. Ieder jaar bleken ze miljoenen euro’s meer nodig te hebben dan ingeschat, en in 2020 kreeg het bestuur de opdracht om zuiniger te zijn. Afgelopen zomer werd echter bekend dat de SOJ 11,6 miljoen tekort komt, een bedrag dat de gemeenten moeten ophoesten.
Ongebreidelde zorg
Gemeenten hebben de financiële problemen aan zichzelf te wijten, zei Van der Velden onlangs tijdens een presentatie van zijn bevindingen aan de gemeenteraad van Papendrecht, meldt het Algemeen Dagblad. “U straalt uit dat u nooit nee zegt. Dat is een nobele keuze, maar die leidt wel tot ongebreidelde zorg. Als er aanbod van bepaalde hulp is, zal die ook verleend worden.”
Geen duidelijkheid
Daarnaast hebben de tien betreffende gemeenten nooit duidelijk uitgesproken wat zij precies onder jeugdzorg verstaan, en welke concrete zorg ze willen bieden. “Er is een moment dat je moet zeggen dat het normaal is als je bepaalde dingen zelf oplost in je gezin omdat het gewoon gebruikelijke zorg is. Dan moet u als gemeenteraad wel uw rug recht houden, want u zult ongetwijfeld geconfronteerd worden met individuele gevallen die om een afwijking vragen.”
Meer grip
De onderzoeker is van mening dat de gemeenten meer kunnen doen om grip op de financiën van de SOJ te krijgen. Zo zouden hulpverleners aan de bel moeten trekken zodra ze driekwart van hun budget verbruikt hebben en pas verder mogen werken na toestemming van de gemeenten. In het verleden kwam het herhaaldelijk voor dat instellingen een opnamestop afkondigden omdat ze al royaal door hun budgetten heen waren.
Arne van Oranje
De echt schuldige is het kabinet Rutte 2, die heeft de jeugdzorg over de schutting gegooid naar de gemeentes en gelijk 25% bezuinigd.
Je kunt zeker kijken naar de effectiviteit van de ingezette zorg maar een tekort aan geld mag niet leidend zijn om dan maar zorg niet te leveren.
Het vroegtijdig verminderen of oplossen van psychische en psychosociale problemen van kinderen en het gezin waarin ze leven is een leven lang nuttig, maar het is utopisch om te denken dat het bij ieder gezin en kind lukt maar we moeten daar als maatschappij wel de mogelijkheid voor scheppen en dat kost nu eenmaal geld.
marianne
Het is te simpel om alleen het kabinet de schuld te geven. Gemeenten zijn zelf ook schuld aan het debacle dat is ontstaan.
Het kabinet had jeugdzorg nooit weg moeten halen uit de zorgverzekeringswet, omdat er nu een versnippering optreed en een bureaucratisch gedrocht ontstaan is dat voor iedereen onuitvoerbaar en onnodig duur is. Een kind dat ziek is heeft gewoon zorg nodig vanuit de zorgverzekeringswet ongeacht of dit een lichamelijke of psychische aandoening is.
Wat gaat er fout:
1) We kiezen er als maatschappij voor om opvoedingsproblemen onder de jeugdzorg te behandeling. Hierdoor wijzen we het kind aan als ziekmakende factor, terwijl het juist het slachtoffer is en ontslaan we ouders van de plicht om goed op te voeden. Biedt via de Jeugd Gezondheidsdienst opvoedscreening en ondersteuning aan ouders aan en voorkom dat kinderen gemedicaliseerd worden door de problemen van ouders.
2) Betaal ondersteuning van ouders met opvoedingsproblemen, echtscheidingsproblemen, relatieproblemen niet vanuit de jeugdwet maar b.v. vanuit de WMO. De ouders zijn in veel situaties de probleemdragers, niet de kinderen. Hierdoor voorkom je dat het kind met een “etiketje” in het gemeentedossier beland en de ouder zich ontslagen voelt van de verantwoordelijkheid om te veranderen.
3) We accepteren niet dat ook kinderen beperkingen kunnen hebben of anders kunnen zijn dan “onze maatschappelijke norm”. En willen iedereen omvormen naar onze maatschappelijke norm. We moeten leren accepteren dat niet alle kinderen gelijk zijn, het zelfde kunnen en willen en het onderwijs en onze omgeving hierop aanpassen in plaats van het kind te willen aanpassen.
4) We zien psychische problemen bij kinderen niet als verzekerde zorg. Breng de “echte” jeugd GGZ zorg weer terug naar de zorgverzekeringwet en geef deze kinderen de zorg die ze nodig hebben.
5) Elke gemeente of groep gemeenten kiest er nu voor om eigen niet uitvoerbare en controleerbare regels en contracten te maken. Verder kiezen gemeenten ervoor om een eigen ambtenarenapparaat in te richten voor de uitvoering van het toegangsbeleid en declaratieregels. Maak een landelijke inkoopcontract voor Jeugdzorg met uniforme regels, product codes en tarieven en laat dit door een beperkt aantal regionale organen uitvoeren en controleren. Laat alle jeugdGGZ indicaties lopen via de medische route van huisarts, jeugdgezondheidsarts of medisch specialist en accepteer dat deze beroepsgroepen deskundig zijn. Laat alle indicaties opvoeding en gedrag lopen via de Jeugdgezondheidsdienst, maatschappelijk werk of wijkteams waarbij een uitgebreide screening plaats vindt van het systeem op b.v. de ZRM domeinen.
6) Het ontbreken bij gemeenten aan adequaat toezicht op de uitvoering van de jeugdhulp en het gepast gebruik van de jeugdzorg. Dit maakt de zorg onnodig duur en werkt verspilling door zorgaanbieders, ouders en gemeenten in de hand. Richt een beperkt aantal regionale organen op die namens de gemeenten het landelijk vastgestelde inkoopkader gaan uitvoeren en controleren op doelmatige zorg en gepast gebruik. Ga over op horizontaal toezicht in de jeugdzorg naar analogie van de medisch specialistische zorg en GGZ.
7) Stop met taakfinanciering en output financiering en ga over op inspanningsgerichte financiering waarbij alleen de directe tijd en de werkelijke verblijfsdagen wordt betaald aan zorgaanbieders op basis van het beroepsniveau van de uitvoerder met als uitgangspunt planning = realisatie.
Liesbeth ten Have
In de gemeente Elburg hebben we een multidisciplinaire werkgroep samengesteld die bestond uit 4 raadsleden, wethouder Financiën en wethouder Sociaal Domein en beleidsambtenaren uit beide domeinen. In deze werkgroep zijn wij o.a. aan de slag geweest met thema’s als de complexiteit van de financiering, contractmanagement en de trends in het gebruik van Jeugdzorg in onze eigen gemeente afgezet tegen de ontwikkelingen bij regionale gemeenten. Zowel de visitatiecommissie van de VNG (Grip op kosten sociaal domein), onze Rekenkamercommissie en een onderzoeksbureau dat wij hebben ingeschakeld om grip te krijgen op de kosten hebben aangegeven dat deze werkgroep van toegevoegde waarde is o.a. vanwege de multidisciplinaire samenstelling. Ik kan het elke gemeente aanraden om op dit complexe dossier een dergelijke werkgroep in te zetten.