“Er zijn bij de Nederlandse thuisbevalcultuur veel partijen betrokken, namelijk verloskundigen, kraamverzorgenden en (aanstaande) ouders. Bij al deze partijen leeft echter lang niet altijd het besef dat het thuisbevallen méér is dan een medische handeling, het is ook onderdeel van de Nederlandse immateriële cultuur”, aldus de trotse KNOV. De voordracht door een speciale werkgroep werd volgens de organisatie onderschreven door kopstukken als wetenschapper Herman Pleij en schrijfster Carry Slee. En ook een bekende beschuitenfabrikant is het er helemaal mee eens.
Unesco-nominatie
Binnenkort wordt een moment bepaald om de Nederlandse thuisbevalcultuur officieel bij te schrijven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland, zegt de KNOV. “We hopen dat de Nederlandse regering de thuisbevalcultuur in de toekomst gaat voordragen voor een Unesco-nominatie.”
Het thuisbevallen is niet het enige dat nieuw wordt bijgeschreven door het Kenniscentrum. Ook de Matthäus-Passion door de Nederlandse Bachvereniging in Grote Kerk Naarden, Afro-Surinaamse aflegrituelen, Surinaams-Javaanse gamelantraditie en levende Nederlandse folkloredans zijn onder de nieuwe vermeldingen. Verder zijn een cluster van tien kortebaandraverijen en de Cramignon erbij. Dat laatste is een reidans die in klein aantal dorpen in de grensstreek tussen Limburg en België gedanst wordt
De Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland omvat na deze nieuwe bijschrijvingen bijna 180 vormen van immaterieel erfgoed, waaronder ambachten, feesten en sociale praktijken. Met de bijschrijving kunnen verantwoordelijke gemeenschappen laten weten dat ze voor het erfgoed willen zorgen en ook de zichtbaarheid ervan willen vergroten. (ANP)