Foto: Luscii Praktijk
Dit blijkt uit onderzoek van het programma Vliegwiel. Zij vroegen de mening van ruim 1700 patiënten die aan thuismonitoring doen. Bij thuismonitoring meten patiënten met een ziekte of aandoening zelf hun waardes en kijkt de zorgverlener op afstand mee.
Grip op gezondheid
Het gaat bij thuismonitoring bijvoorbeeld om het meten van de hartslag, bloedsuiker, zuurstof en bloeddruk. Acht op de tien deelnemers van het onderzoek geeft aan dat thuismonitoring hen een veilig gevoel geeft over het eigen lichaam en een beter zicht op de aandoening. Deelnemers spreken daarbij over ‘meer grip op mijn ziekte’, ‘sneller ingrijpen waardoor opnames in het ziekenhuis zijn voorkomen’ en ‘bij het opspelen van klachten kan ik dit direct checken en heb ik snel uitsluitsel’.
Daarnaast geven deelnemers aan dat ze ook met een veiliger gevoel de deur uitgaan, bijvoorbeeld op vakantie. Volgens de onderzoekers vermindert dit stress en draagt dit bij aan de kwaliteit van leven
Minder belastend
Van de deelnemers ervaart 66 procent thuismonitoring als minder belastend vergeleken met een bezoek aan het ziekenhuis. Volgens de deelnemers zou een jaarlijkse controleafspraak daardoor voldoende zijn, als de gegevens goed zijn. Arthur Schellekens, directeur-bestuurder Patiëntenfederatie Nederland ziet dit als een positieve ontwikkeling: “Patiënten ervaren thuismonitoring als minder belastend en zorgverleners houden meer tijd over voor patiënten die zij moeten zien. Dit is dus een win-winsituatie. Gezien de groeiende druk op de zorg is dit een kans die we nog beter moeten benutten.”
Investeren
Uit het onderzoek blijkt dat het nog niet mogelijk is om bij alle zorgaanbieders te kiezen voor thuismonitoring. Schellekens roept daarom zorgaanbieders op om hierin te investeren. “Thuismonitoring is een goed voorbeeld van de zorg beter én efficiënter maken. Dit soort veranderingen in de zorg gaan te traag.”
Een ander verbeterpunt is een betere instructie over het gebruik van het programma, zegt 21 procent van de deelnemers. Schellekens: “We roepen zorgaanbieders op om daar meer aandacht voor te hebben. Alle patiënten moeten de voordelen van thuismonitoring kunnen ervaren, ook zij die digitaal minder vaardig zijn.”
Ook beveelt de Patiëntenfederatie aan om een systeem in te richten waarbij patiënten ten minste een keer per week een bericht ontvangen na het insturen van hun waardes. Dit omdat patiënten het fijn vinden als ze bevestiging krijgen na het doorgeven van de waardes.
Hans ter Brake
Blijf het merkwaardig vinden dat Patiëntenfederatie Nederland, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en nu ook de nieuwe minister, Fleur Agema de rol van de PGO niet benoemen of bepleiten.
Dat is namelijk het systeem van de patiënt waarin deze samen met naasten actief kan zijn. De PGO is al gekwalificeerd voor uitwisseling met huisartsen, ziekenhuizen, diagnostische centra en vvt. Die zorgaanbieders hebben daar vele honderden miljoenen aan VIPP-gelden voor gehad. Nu worden mensen geconfronteerd met verschillende routes en systemen vanuit een diversiteit aan zorgaanbieders, medisch servicecentra en (zorg)meldkamers. Daar wordt de zorg ook duur van. Monitoring kan per ziekenhuis niet uit zoals Rijnstate en University of Twente hebben laten zien en is onderdeel van netwerkzorg.
Alle mensen krijgen conform IZA/2025 via de PGO hun eigen gebruikersaccount waar elk zorgsysteem op inprikt. Breng dus gegevens en mogelijkheden naar de mens, in plaats van de patiënt naar ieder systeem en werkwijze.
Vervolgens draagt de PGO niet alleen bij aan zorg, maar ook aan zelfmanagement, zelfredzaamheid en gezondheid. Via Positieve Gezondheid en Leefstijlroer bijvoorbeeld. Dat is transitie.
Versterk de mens, verlicht de zorg!