Een partnerschapsverlof van tien dagen tegen minimaal 80 procent van het brutosalaris lijkt de insteek te worden van het Europees Parlement bij onderhandelingen over nieuwe EU-wetgeving. Het comité voor werkgelegenheid en sociale zaken heeft hiermee ingestemd, evenals met het recht op vier maanden ouderschapsverlof en vijf dagen jaarlijks zorgverlof en het recht op flexibele werktijden.
Het voltallige parlement moet in september nog zijn fiat geven. Daarna kunnen de onderhandelingen met de lidstaten en de Europese Commissie beginnen. Ook de lidstaten kwamen vorige maand tien dagen kraamverlof overeen, maar zij stellen dat elk land zelf de hoogte van de uitkering moet bepalen. Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) stemde tegen tien dagen.
In Nederland wordt volgend jaar het volledig betaald partnerverlof van twee naar vijf dagen opgetrokken. Nederlandse werknemers krijgen vanaf 2020 in het eerste halfjaar na de geboorte recht op vijf weken extra verlof tegen 70 procent van het loon.
Onbetaald
De meerderheid van de EU-ministers stemde in juni ook voor vier maanden ouderschapsverlof, waarvan minimaal anderhalve maand moet worden doorbetaald op een niveau dat elk land zelf bepaalt. Het Nederlandse recht op ouderschapsverlof bedraagt nu 26 keer het aantal uren dat per week wordt gewerkt en is onbetaald.
EU-parlementariër Agnes Jongerius: “De Nederlandse regering blijft als enige in Europa op de rem trappen als het gaat om een verbetering van het vader- en ouderschapsverlof. Zelfs met de nieuwe plannen van minister Koolmees blijft Nederland een matige middenmoter in de EU. Het EU-parlement gaat wel vooruit als het gaat om een goede werk-privébalans.”
(ANP)