We moeten toe naar meer flexibiliteit en solidariteit. Dat geldt voor de ouderenzorg, maar ook op de arbeidsmarkt en qua pensioenstelsel. Daarbij komt de verantwoording en regie steeds meer bij de mensen te liggen. De overheid krijgt een gidsfunctie en fungeert op de achtergrond als vangnet. Dit zijn enkele conclusies uit debatten tijdens De Genetarietop maandag in De Rode Hoed in Amsterdam, geïnitieerd door Else Bos (PGGM), Aad Koster (ActiZ) en Hans van Noorden (VGZ).
De sprekers en debatten spitsten zich tijdens De Generatietop toe op de onderwerpen werk, pensioen, zorgen en gezondheid. De solidariteit tussen de generaties, en meer specifiek wat de beste manier is om deze te versterken en het potentieel van generaties optimaal te benutten, stond hierbij centraal. Een spreker leidde elk thema in, waarna gemengde groepjes aan tafel met elkaar gezamenlijke inzichten formuleerden rondom deze vragen.
Solidariteit
Flexibiliteit, solidariteit en bereidheid daartoe vormden de rode draad tussen de thema’s werk, pensioen, zorgen en gezondheid. In de debatten blijkt dat de verantwoording die meer bij individuen komt te liggen, gekoppeld is aan meer keuzevrijheid. ActiZ-directeur Koster ziet hierin parallellen met het Deltaplan ouderenzorg dat ActiZ heeft opgesteld. Werken aan informele zorg ziet Van Noorden als belangrijke pijler uit de De Genetarietop. Opvallend is ook het thema verbinding dat steeds duidelijk naar voren komt in de tafeldiscussies, stelt Bos. Waar zij generatieconflicten verwachtte, bleek juist veel bereidheid en verbinding te bestaan.
Flexibiliteit
Het huidige pensioenstelsel is niet houdbaar. We moeten toe naar meer flexibiliteit: een standaardpensioen en kunnen kiezen voor een aanvullend pensioen. Dat stelt Sweder van Wijnbergen, hoogleraar economie aan de UVA in Amsterdam. Diezelfde flexibiliteit is nodig op de arbeidsmarkt, volgens Sandra Phlippen, hoofdredacteur Economisch Statististische Berichten. Ontslagbescherming voor ouderen, waar het sociaal akkoord nu in voorziet, is onnodig vindt zij. Het leidt tot een flexibeler arbeidsmarkt, en zo tot meer economische groei. Ouderen zijn steeds beter toegerust op de arbeidsmarkt; ook zonder activeringsbeleid nemen de kansen voor ouderen op het vinden van nieuw werk toe. En er zijn meer redenen om ouderen niet meer zo te ontzien. De uitzonderingsposities waarin het sociaal akkoord bedenkt voorziet remt de solidariteit af volgens Phlippen. En die solidariteit is juist hard nodig als het aankomt op met name zorg voor ouderen.
Burgerinitiatieven
Marieke van der Waal van de Leyden Academy on vitality and aging spreekt over zorg en gezondheid en de toekomst op dit gebied. Zij wijst op het burgerinitiatief zorgcoöperatie Hoogeloon. Deze coöperatie is door vrijwilligers is opgericht uit onvrede. Ouderen konden voor zorg niet terecht binnen het eigen dorp. Het begon met eetgroepjes en is uitgegroeid tot een voorziening met dagbesteding, zorg thuis, tuinonderhoud, ondersteuning van vrijwilligers, spreekuur met de‘wijkzuster’ en 24-uurszorg in twee villa’s. Dat beschrijft Gerard van Pijkeren in zijn blog ‘Zorgcoöperatie doet solidariteit herleven’ op Skipr. Van der Waal denkt dat dit de toekomst is. Stadsdorp Zuid noemt zij als ander voorbeeld: hier gaan mensen met elkaar thee drinken, naar theater en bioscoop. Deze initiatieven leiden er toe dat mensen zo met elkaar verbonden raken dat ze een ander durven vragen om een klusje te doen of mee te gaan naar dokter. Dit is de kant die we op gaan, denkt Van der Waal.
Flexibelere regels
Het gaat steeds meer om zelfredzaamheid en eigen regie; wat kunnen mensen zelf doen. De overheid krijgt een beperktere rol als coach en achtervang. Dat blijkt uit de ideeën die tijdens de tafeldebatten naar voren komen. Ook blijker er al veel kleinschalige initiatieven te bestaan. Deze zijn echter vaak nog onvoldoende bekend. Zo wordt er op wijkniveau al veel georganiseerd en bestaat er een marktplaats voor vrijwilligers. Heel veel is mogelijk, concludeert een andere groep. Zij zochten antwoord op de vraag ‘wat weerhoud ons ervan, waarom is dit nu niet zo ingevoerd of toegepast?’. Het voorbeeld dat Van der Waal noemt, schetst precies waaraan het mankeert. Zij schetst een Spaanse oplossing waarin ouderen een student bij hen thuis laten inwonen. Voor de student is het goedkoop en aantrekkelijk, en de oudere heeft aanspraak in huis. Wil je dit in Nederland doen, dan loop je tegen regels van de overheid aan. In dit geval is het heel lastig qua regelgeving op de huurmarkt om tot zo’n initiatief in Nederland over te gaan. De overheid zou voorwaarden moeten scheppen zodat mensen zelf initiatieven kunnen ontplooien en flexibeler moeten worden in regelgeving, is de algemene conclusie.