517568978
Het aantal raden van toezicht dat verzuimt zichzelf te evalueren groeit, dit ondanks het feit dat zelfevaluatie op grond van de governance-code verplicht is. Voerde in 2010 6 procent geen zelfevaluatie uit, in 2015 was dit gestegen tot 30 procent. Daarbij is verslaglegging hierover vaak summier of non-existent.
Eén en ander blijkt uit onderzoek van Quist Executive Coaches onder ruim dertig grote ziekenhuizen. De toename van het aantal instellingen zonder zelfevaluatie baart zorgen, vinden de onderzoekers: “De vraag rijst of men het instrument van zelfevaluatie wel serieus neemt.”
Ook wordt zelfevaluatie te vaak gezien als een verplichting die van buitenaf wordt opgelegd. Een misvatting, vinden de onderzoekers. “Een eerlijke en kritische zelfevaluatie kan veel ellende voorkomen. De kwaliteit van toezicht op de besturing hangt in onze ervaring nauw samen met het functioneren van de toezichthouders zelf. Recent onderzoek heeft aangetoond dat een slechte samenwerking binnen een RvT de belangrijkste negatieve factor is wanneer het gaat om de beheersing van crisissituaties.”
Top
“De raad van toezicht wordt door niemand meer gecontroleerd, dus is het zaak het eigen functioneren geregeld kritisch te bekijken,” zegt Maurits de Brauw van Quist Executive Coaches. “Dat voorkomt dat zich frustraties opbouwen, het zorg dat de zaak schoon en fris blijft.”
Daarbij geldt wat Brauw betreft dat grote ziekenhuizen het aan hun stand verplicht zijn om alles in het werk te stellen om de governance te optimaliseren. “Als je topklinisch wilt zijn, moet je ook zorgen dat de andere facetten van de organisatie en dus het toezicht ‘top’ zijn.”
Geen beschadiging
De Brauw en zijn collega’s hebben geen onderzoek gedaan naar het waarom van de dalende animo voor zelfevaluatie. “Het kan voor een deel onwennigheid zijn”, gelooft De Brauw. “Daarbij hebben we alleen naar de formele verslaglegging gekeken. Het is dus in theorie mogelijk dat sommige raden van toezicht hele goede zelfevaluaties hebben gedaan, maar dat niet hebben vastgelegd.”
In dit verband wil De Brauw een misverstand uit de wereld helpen. “We horen vaker dat men de evaluaties beschouwt als iets waarover je niet te open kunt zijn. De angst bestaat dat individuen hierdoor beschadigd raken. Dat is niet nodig, de evaluatie en verslaglegging zijn er niet om schuldigen aan te wijzen, maar om het functioneren te verbeteren van zowel raad als toezichthouder.”
Professionalisering
De Brauw ziet ook hoopvolle signalen. “Er is in het toezicht in de zorg sprake van een professionaliseringsslag. Je ziet steeds meer toezichthouders die het als een vak benaderen in plaats van als iets wat ze er bij doen. Daar hoort ook toenemende scholing bij.” Lovende woorden heeft De Brauw voor de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ), die zeer actief is op het gebied van scholing en professionalisering.
Het belang van een kritische blik op eigen functioneren is in de nieuwe Governancecode Zorg 2017 nog sterker aangezet. Naast een jaarlijkse zelfevaluatie moeten raden van toezicht voortaan ook eenmaal per drie jaar een zelfevaluatie houden onder begeleiding van een onafhankelijke, externe partij.