De administratieve kosten in de zorg nemen de komende jaren structureel af met zo’n 15,5 miljoen euro. Dit is het effect van de hervorming van de langdurige zorg. Dit blijkt uit onderzoek van VWS. Wel voorziet VWS in de overgangsperiode 2015 een lichte stijging van de kosten.
In de huidige situatie bedraagt de regeldruk zo’n 112 miljoen euro. De administratieve lasten dalen na de stelselwijziging naar een kleine 96,4 euro. Het gaat om een besparing voor burgers van circa 9,8 miljoen euro en circa 5,7 miljoen euro voor zorgaanbieders. De kostenreductie van 15,5 miljoen euro is onderverdeeld in een administratieve lastenverlichting van circa 2,3 miljoen euro. Het overige deel, circa 13,2 miljoen euro, is een reductie van de nalevingskosten.
Regeldruk nieuwe situatie
De regeldruk vermindert door wijzigingen in de nieuwe wet- en regelgeving. Zo is in de Wmo 2015 onder meer de aanvraagprocedure vereenvoudigd. De inrichting van de Wet langdurige zorg (Wlz) draagt onder meer bij aan vermindering van de regeldruk door een onbeperkte geldigheidsduur van de indicatiestelling, het verdwijnen van de gemandateerde indicatiestelling en het beleggen van de trekkingsrechten bij de SVB voor de Wlz, de Wmo 2015 en de Jeugdwet.
Overgangssituatie
In de overgangssituatie in 2015 stijgt de regeldruk aanvankelijk. Dit is het gevolg van de stelselwijziging en de overheveling van taken uit de AWBZ naar de Wlz, Wmo 2015, Zvw, en Jeugdwet. “De stelselwijziging vraagt van alle betrokken partijen dat zij bestaande structuren aanpassen aan de nieuwe situatie en dat zij kennis nemen van het overgangsrecht in de transitieperiode. De overheveling van taken betekent dat cliënten en zorgaanbieders in veel gevallen niet langer te maken hebben met zorgkantoren maar met gemeenten en zorgverzekeraars. Deze transitie veroorzaakt incidentele lasten voor burgers en zorgaanbieders”, schrijven de onderzoekers.
Verdere daling lasten
De piek van lasten ligt aan het begin van het transitiejaar 2015. De totale regeldruk in het overgangsjaar 2015 bedraagt circa 132,8 miljoen euro. Na het overgangsjaar stabiliseert de regeldruk zich. De structurele lasten bedragen dan circa 96,5 miljoen euro. In de toekomst nemen de administratieve lasten nog verder af,verwachten de onderzoekers. Dit schrijven zij toe aan het beleid dat erop gericht is mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen “en meer mensen dan nu op termijn in staat worden gesteld om met ondersteuning en zorg thuis te blijven wonen”.