In de regio’s Midden-Brabant en West-Brabant-Oost richtte het project zich tot nu toe op het ontwikkelen van nieuwe werkwijzen voor oogdruppelen, steunkousen en zwachtelen. In de nieuwe werkwijze wordt cliënten geleerd hoe ze meer zelf kunnen doen.
Sprintmethodiek
Bij het project wordt gebruik gemaakt van de zogenoemde sprintmethodiek. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar hoe een interventie kan bijdragen aan zelfredzaamheid. Maar ook hoe anders werken in de hele keten dit kan bevorderen. “Deze nieuwe werkwijzen hebben als doel mensen waar mogelijk meer zelf te laten doen. Tegelijkertijd wordt efficiënter gewerkt binnen het eigen domein en tussen ketenpartners. Hierdoor kan arbeidskracht worden bespaard en anders worden ingezet”, zo laat TMZ weten.
Iedereen doet mee
Zorgaanbieder Thebe is een van de betrokken partijen. “Al anderhalf jaar zijn we bezig met de implementatie van nieuwe werkwijzen volgens de sprintmethodiek, met onderwerpen die vanuit het werkveld zijn aangedragen. Omdat iedereen meedoet en dezelfde beweging volgt, zoals ziekenhuizen, huisartsen, gemeenten en VVT’s, is deze ontwikkeling zo succesvol”, aldus Agnes Klaren, lid van de raad van bestuur van Thebe. “We zijn trots op de erkenning van de zorgverzekeraars. We zijn ervan overtuigd dat deze nieuwe werkwijzen zullen bijdragen aan het toekomstbestendig houden van de zorg in onze regio.”
Snelle toets
De regio’s hebben besloten om verder te gaan met de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen via de sprintmethode. Hiertoe is de snelle toets ingediend, om financiering te krijgen vanuit de transformatiegelden die beschikbaar zijn in het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Gedurende drie jaar worden zes nieuwe sprints geïmplementeerd, twee per jaar. De volgende sprint is gericht op medicatie in de keten.
“Door de goede ervaringen met de sprints zijn we blij dat het initiatief is genomen om deze aanpak voort te zetten”, zegt Ritchie-Sam Anpong, regiomanager VGZ. “Dit sluit aan bij onze visie waarin ‘zelf als het kan’ één van de uitgangspunten is. We kijken uit naar de volgende stappen en het bereiken van impact voor de inwoners en betrokken ketenpartners.”