Het centraal tuchtcollege voor de gezondheidszorg heeft in hoger beroep een bedrijfsarts een waarschuwing gegeven, omdat zij onvoldoende heeft gecommuniceerd met een zieke werknemer. Bovendien heeft zij deze cliënt verkeerde informatie gegeven.
Het regionaal tuchtcollege in Amsterdam, verklaarde de klacht in eerste instantie ongegrond. In hoger beroep oordeelt het centraal tuchtcollege dat de bedrijfsarts toch tekort is geschoten in haar zorgplicht jegens haar cliënt, omdat de cliënt een stoornis op het autisme-spectrum heeft en omdat hij alleen Engels sprak. Met beide had de bedrijfsarts meer rekening moeten houden in haar communicatie, oordeel het tuchtcollege.
Het centraal tuchtcollege stelt dat de bedrijfsarts rijkelijk laat was met het opstellen en versturen van de probleemanalyse van de zieke werknemer. Na het opstellen van een lijst met functionele mogelijkheden die de werknemer nog wel had, informeerde de bedrijfsarts bovendien wel de werkgever, maar niet de cliënt van de inhoud. Tot slot gaf de bedrijfsarts haar cliënt verkeerde informatie, wat ertoe leidde dat hij zijn mogelijkheid om een second opinion aan te vragen misliep.
