Demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen (Jeugdzorg) had zelf aangegeven dat hij ook tegen de extra bezuiniging is. Hij noemde die vorige week in een debat over de jeugdzorg “onverantwoord”. Vlak daarvoor had hij in een Kamerbrief opties aangegeven over de manier waarop deze bezuiniging zou moeten worden gerealiseerd. Daarvoor zou het onder meer noodzakelijk zijn om cliënten in de jeugdzorg een eigen bijdrage te laten betalen.
Lange wachtlijsten
Het gaat bij de bedoelde besparing om 500 miljoen euro in zowel 2025 als in 2026. Vanaf 2027 loopt dit op tot 511 miljoen euro structureel per jaar. Dit komt bovenop de structurele bezuiniging van 1 miljard euro die de jeugdzorgsector sowieso moet halen. Dit moet mogelijk worden door de maatregelen die zijn afgesproken in de zogeheten hervormingsagenda jeugd, uit te voeren.
De partijen die van de extra bezuiniging af willen, vinden dat de jeugdzorg al te veel is geplaagd door problemen omdat het stelsel niet goed functioneert. Daardoor staan kinderen en gezinnen die hulp nodig hebben vaak op lange wachtlijsten. Er zijn ook grote personeelstekorten, omdat hulpverleners afhaken door de hoge werkdruk. Daardoor duurt het nog langer voordat kinderen er terechtkunnen.
PVV houdt zich op de vlakte
Voorstanders van het schrappen van de extra bezuiniging waren naast de vier indieners ook Partij voor de Dieren, DENK, Volt, FVD en JA21. Voorheen was ook de PVV tegen de grote bezuinigingen op de jeugdzorg, maar de partij van Wilders houdt zich nu op de vlakte omdat de partij onderhandelt over een nieuwe regering. (ANP)