“De ellende van een kind is geen verdienmodel”, vindt SP-Kamerlid Peter Kwint, initiatiefnemer van de motie. De motie was vorige week tijdens het debat over de jeugdzorg ontraden door Van Ooijen. De staatssecretaris is met andere wetgeving bezig om hier paal en perk aan te stellen.
Verlengde jeugdzorg
Daarnaast moet de staatssecretaris aan de slag met de problematiek van jongeren die tot hun 18e jaar jeugdhulp krijgen en die niet meer krijgen zodra ze 18 jaar zijn geworden. Gemeenten, die de jeugdzorg financieren, kunnen aan deze jongeren ‘verlengde jeugdzorg’ toekennen. De praktijk laat zien dat veel gemeenten dit alleen doen bij bijzondere omstandigheden.
De Tweede Kamer maakt zich hier grote zogen over, omdat het tot dakloosheid kan leiden. D66 wil dat de “bewijslast” wordt omgekeerd. “Gemeenten moeten kunnen aantonen dat het niet langer nodig om jeugdhulp te geven”, zei D66-Kamerlid Rens Raemakers vorige week in een Kamerdebat over de jeugdzorg. Ook zijn motie werd door een Kamermeerderheid gesteund.
Inkoop specialistische zorg
Zoals verwacht heeft de Kamer daarnaast een motie van PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis aangenomen, waarin aan het kabinet harde deadlines worden gesteld om verbeteringen in de jeugdzorg door te voeren. Zo moet in juli volgend jaar de verplichting tot regionale en landelijke inkoop van (hoog) specialistische zorg wettelijk van kracht zijn. Het gaat om bijvoorbeeld de zorg voor kinderen met een ernstige eetstoornis of suïcidale gedachten. Vanaf begin 2024 moeten gemeenten worden verplicht reële tarieven te betalen voor de jeugdzorg.
Met deze aanscherpingen en deadlines wil de Kamer voorkomen dat het recent gesloten jeugdzorgakkoord een papieren tijger wordt. In dat akkoord, de zogeheten hervormingsagenda jeugd, hebben Rijk, gemeenten, zorgaanbieders en zorgmedewerker afspraken gemaakt over verbeteringen en besparingen in de jeugdzorg. (ANP)