De totale uitgaven aan geneesmiddelen namen in Nederland toe tot 2,6 miljard euro in 2021. Meer dan de helft – 1,5 miljard euro – werd daarvan besteed aan oncolytica. De uitgaven waren het hoogst voor hematologische maligniteiten, longkanker en melanoom.
Maatschappelijke kosten
IKNL publiceert de cijfers om aan te zetten tot een dialoog. “De maatschappelijke kosten van deze geneesmiddelen zijn aanzienlijk terwijl de zorgkosten onder druk staan”, aldus professor en IKNL-bestuurder Valery Lemmens. “We zien dat middelen bij sommige kankersoorten wel degelijk aanslaan, maar met name bij de groep patiënten bij wie de kanker op het moment van diagnose is uitgezaaid zien we over de gehele patiëntgroep weinig verbetering in overleving.”
Passende zorg
Lemmens wil dat de samenleving kritisch naar de uitgaven van oncolytica kijkt. “Het aantal patiënten met kanker neemt toe, en we willen deze patiënten nu en in de toekomst zo goed mogelijk behandelen.” Dat vraagt volgens IKNL om meer onderzoek. “Soms zijn middelen net zo effectief als ze korter of in een lagere dosering worden ingezet. Middelen die nu voor een grote groep patiënten worden ontwikkeld, terwijl slechts een gedeelte daarvan profiteert, zorgen ervoor dat veel patiënten onnodig kampen met bijwerkingen. En het kost de samenleving meer dan nodig. Hoe beter we weten bij wie een behandeling aanslaat, des te gerichter kunnen we behandelen én het beperkte zorgbudget op de juiste manier besteden.”
Overlevingscijfers
Bij één op de vijf patiënten is kanker op het moment van diagnose uitgezaaid. In 2012 was de gemiddelde overleving bij uitgezaaide kanker bijna zes maanden. In 2021 was dat ruim zeven maanden. Toch zijn er in de overlevingscijfers wel effecten zichtbaar van de effectiviteit van geneesmiddelen, aldus IKNL. Zo lijkt bij melanoom de introductie van immuun- en doelgerichte therapie zichtbaar in de stijging van de mediane overleving van de totale groep patiënten.
Vaak hebben vooral specifieke patiëntgroepen baat bij nieuwe geneesmiddelen. “Verdiepende cijfers zijn voor veel groepen belangrijk. Patiënten zijn erbij gebaat wanneer overlevingscijfers en cijfers over bijwerkingen op hun specifieke situatie zijn toegespitst”, aldus Lemmens. “Artsen willen meer weten over de middelen die ze voorschrijven. Verzekeraars en overheid zullen meer willen weten over het effect van oncolytica na toelating op de markt. En als samenleving moeten we nadenken over de stijgende kosten.” Een uitgebreider rapport verschijnt in 2024.