Het UMC Utrecht neemt extra maatregelen om te voorkomen dat er fouten worden gemaakt bij het stellen van diagnoses. Onderzoeken naar de toedracht van ernstige missers moeten ook worden gedaan als het incident zich langer geleden heeft voorgedaan.
Het ziekenhuis reageerde dinsdag op de uitkomsten van een intern onderzoek naar de behandeling van de inmiddels overleden kankerpatiënte Adrienne Cullen. Zij had voor haar dood aangedrongen op verder onderzoek naar haar zaak, maar vond aanvankelijk onvoldoende gehoor bij het UMC Utrecht, erkent het ziekenhuis. ,,Wij willen hiervoor, hoewel te laat en helaas postuum, onze welgemeende excuses aanbieden”, zegt bestuursvoorzitter Margriet Schneider.
Na weefselonderzoek bij Cullen werd pas twee jaar later vastgesteld dat ze aan baarmoederhalskanker leed. De ziekte was toen al fataal uitgezaaid. Uit het onderzoek dat nu is gedaan blijkt dat er bij haar behandelingen nog meer tekortkomingen waren dan het UMC Utrecht tot nu toe wist.
Op aanbeveling van de onderzoekers gaat het ziekenhuis bij alle afdelingen bekijken welke maatregelen zij nemen om te voorkomen dat uitslagen van testen worden gemist. Die ervaringen moeten dan leiden tot instructies waarmee de risico’s op missers in het hele medisch centrum kleiner worden.
Omdat het onderzoek uitwees dat er nogal wat schortte aan dossiervorming in de zaak-Cullen gaat het UMC Utrecht de medische staf erop wijzen dat ze hun dossiers goed bij moeten houden. Ook wordt bekeken of ze dat dan ook echt doen.
Het UMC Utrecht voerde al eerder verbeteringen door en stelde een jaarlijkse naar Cullen genoemde lezing in om openheid in de gezondheidszorg te vergroten. Cullen hield vorig jaar samen met haar behandelaars de eerste lezing.
Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoekers binnen het UMC Utrecht die niet bij de behandeling van Cullen betrokken waren. Het rapport gaat nu naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, die eventueel zelf ook nog onderzoek kan instellen. (ANP)