Het UMC Utrecht -inclusief het omliggende terrein- wordt met ingang van 1 oktober geheel rookvrij. Het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) wordt al op 18 mei rookvrij, tegelijk met de opening van het Prinses Máxima Centrum, dat direct bij opening al volledig rookvrij is.
Met het volledig rookvrij maken van de gebouwen en het ziekenhuisterrein wil het UMC Utrecht aansluiten bij de landelijke campagne ‘Op weg naar een rookvrije generatie’. Bovendien past roken niet bij een gezonde leefstijl en al helemaal niet bij een plek waar mensen komen om hun gezondheid te verbeteren. Voor veel ziekten die in het UMC Utrecht behandeld worden vormt roken een extra risico. Ook de afnemende maatschappelijke acceptatie van roken is voor de raad van bestuur een punt van overweging. Daarom heeft de raad van bestuur besloten dat het UMC Utrecht per 1 oktober 2018 volledig rookvrij zal zijn.
Klachten
“Als eerste stap maken we het WKZ volledig rookvrij, inclusief de buitenterreinen”, zegt Sanne Slot, hoofd P&O Gezondheid. “Dit gebeurt op 18 mei, tegelijk met de opening van het Prinses Máxima Centrum, waarvan de gebouwen en het omliggende terrein direct rookvrij zullen zijn.” Behalve de rookabri bij de zijentree van het WKZ verdwijnt op 18 mei ook de abri bij de hoofdingang van het AZU. “Reden hiervoor is dat we veel klachten krijgen over rookoverlast bij de hoofdingang”, aldus Slot.
Uitzonderingen
De drie resterende rookabri’s worden per 1 oktober 2018 ontmanteld. Vanaf dat moment is het in het gehele UMC Utrecht niet meer toegestaan om te roken, noch in de gebouwen, noch op de omliggende terreinen. “Als zorgverleners hebben we een verantwoordelijkheid voor onze eigen directe omgeving, maar ook als instituut, als ziekenhuis, hebben we een voorbeeldfunctie”, stelt internist-vasculair geneeskundige Frank Visseren. “Het normale moet er vanaf: roken ís niet normaal.”
Toch pleit Visseren voor een menselijke maat. “Er moeten uitzonderingen mogelijk zijn, bijvoorbeeld voor terminale patiënten die hun laatste sigaret willen roken of voor ouders die net te horen hebben gekregen dat hun kind ongeneeslijk ziek is.”