De lijst met diagnoses is opgesteld door het Landelijk Centrum Patiënt Spreiding (LCPS). De urgentie-indicatie als zodanig is afkomstig van de wetenschappelijke verenigingen die lid zijn van de Federatie Medisch Specialisten (FMS). Het Zorginstituut Nederland heeft de lijst gevalideerd. “Met deze indeling op basis van urgentie willen we zorgprofessionals houvast bieden bij het opstarten van de zorg”, stelt de NZa.
Categorisering
Bij opschaling van de reguliere zorg wordt onderscheid gemaakt tussen zorg die binnen 24 uur verleend moet worden dan wel binnen een week of twee weken, gevolgd door zorg die binnen een, twee of drie maanden geleverd moet worden. De laatste categorie is zorg die langer dan drie maanden uitgesteld kan worden. Op basis van eerdere ervaringen is bekend dat 40 procent van de ziekenhuiszorg waarvan de urgentie is bepaald binnen een maand verleend moet worden. Twaalf procent van deze patiënten heeft binnen 24 uur zorg nodig en nog eens 11 procent binnen een week. Het gaat dan om diagnosen waarbij uitstel van behandeling kan leiden tot ernstig gevaar voor de patiënt dan wel sterk verslechterde uitkomsten.
Levend document
De opstellers onderstrepen dat de urgentielijst een “levend document” is . Als eerste versie is het document nog niet volledig en zijn meningsverschillen mogelijk. De opstellers verwachten dat voortschrijdend inzicht zal bijdragen aan de doorontwikkeling.
Goede afstemming
Wel duidelijk is het doel van de urgentielijst, te weten een gefaseerde, gecontroleerde opstart van de reguliere zorg. Niet alle patiënten kunnen vanwege de voortdurende coronacrisis weer tegelijk voor reguliere zorg in het ziekenhuis terecht. Daarom is er veel aandacht voor een goede afstemming tussen reguliere en coronazorg. Ook is er extra aandacht voor regio’s die relatief zwaar getroffen zijn door het coronavirus. Door de lijst landelijk te gebruiken en op regionaal niveau de voortgang te monitoren, moet worden voorkomen inwoners van de zwaar getroffen regio’s met hun zorgvraag veel langer moeten wachten op passende zorg dan mensen in minder zwaar getroffen regio’s.
De focus ligt in eerste instantie op de meest noodzakelijke planbare ziekenhuiszorg en wordt geleidelijk verbreed. Vanaf komende week vindt verder overleg plaats met de overige zorgsectoren, waaronder thuiszorg, ggz, huisartsenzorg, mondzorg, paramedische zorg en de langdurige zorg.
Zorgvuldige keuzes
“Alle betrokkenen zijn ervan doordrongen dat de zorg snel moet opstarten, met het belang van de mensen die zorg nodig hebben voor ogen”, zegt bestuursvoorzitter Marian Kaljouw van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). “ Juist daarom moeten we zorgvuldig zijn in onze keuzes, zodat zorgverleners hun energie kunnen richten op de mensen die dat nu het meest nodig hebben.”
Data-analyse
Onderligger van de urgentielijst is een data-overzicht, waar zorgaanbieders, zorgprofessionals, zorgverzekeraars, ZorgDomein, het Landelijk Netwerk Acute Zorg en het Landelijke Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) aan hebben bijgedragen aan. Dit overzicht geeft een eerste, actuele indicatie van de uitgestelde zorgvraag als gevolg van de uitbraak van het coronavirus. Uit de data blijkt dat huisartsen sinds 12 maart 360.000 minder patiënten naar het ziekenhuis hebben verwezen. Ook wachten naar schatting 290.500 mensen nog op een opvolging van hun verwijzing, en dus afspraak in het ziekenhuis.
Vergelijkbaar
Het beeld in de verschillende provincies is blijkens de data sterk vergelijkbaar. Wel zijn er verschillen tussen specialismen. Zo zijn de specialismen gynaecologie/verloskunde en cardiologie minder teruggevallen dan de specialismen dermatologie en orthopedie. Daarnaast is er vanaf begin april weer sprake van meer verwijzingen, met name spoedverwijzingen. Deze laatste zijn tijdens de corona-uitbraak sowieso relatief minder sterk gedaald dan de overige verwijzingen.
Urgentie
Als regisseur van de heropstart laat de NZa zich door een paar uitgangspunten leiden, waarvan de belangrijkste zijn het voorkomen van gezondheidsschade en wachttijden als ook het voorkomen van landelijke verschillen in de toegang tot zorg voor mensen met een vergelijkbare zorgvraag. “Dat vraagt om zorgvuldigheid”, stelt de NZa. “Wij realiseren ons dat er een zwaar beroep wordt gedaan op zorgprofessionals. Het opstarten van de zorg moet aansluiten bij de draagkracht, en de belasting moet verantwoord zijn. Uiteraard moet er voldoende capaciteit beschikbaar zijn voor de zorg aan patiënten met het coronavirus. Dat geldt ook voor de overige capaciteit op de intensive care. Ook moet voldoende beschermingsmateriaal beschikbaar zijn.”
Gepast gebruik
De NZa denkt daarnaast dat zorgvernieuwing en gepast gebruik kunnen bijdragen aan de snelheid waarmee opgestart en opgeschaald kan worden. In het kader van leren en ontwikkelen zet de NZa zich in om goede voorbeelden van zorgprofessionals te delen waarmee ziekenhuizen kunnen opstarten en opschalen.
Monitor
De NZa is blij met de goede samenwerking met alle veldpartijen. “Het is mooi om te zien hoe alle partijen hun handen ineen slaan met eenzelfde doel: de juiste en beste zorg voor alle Nederlanders”, aldus Kaljouw. “Wij zullen het opstarten van de zorg de komende periode zorgvuldig monitoren. Als er meer en nieuwe informatie is, zullen wij daarover ook informeren. Het doel is immers dat zorgaanbieders een goed inzicht hebben in de juiste, actuele feiten. Bij knelpunten die regionaal of bovenregionaal ontstaan zullen wij actie ondernemen om tot oplossingen te komen.”
peter@peterlagendijk.eu
U meldt hervatting van reguliere zorg. Over dit onderwerp en de werkwijze is overleg geweest met diverse gezondheidszorgorganisaties. Bij dat rijtje ontbreekt de LHV . De weg naar het ziekenhuis verloopt via de huisarts. Daar is ons systeem op gebaseerd.
Over LHV en huisarts schreef ik een tweetal artikelen die te vinden zijn op de website http://www.peterlagendijk.eu. Het zijn de twee laatst geplaatste artikelen. Ik zag grootschalige mailingen van huisartsen naar hun patiënten. Oogmerk was het traceren van de meest urgente gevallen. Ik gaf de contouren van een systematiek waarbij de huisarts zich tot zijn of haar patiënten wendt. Passief afwachten tot de patiënten komen is, vrees ik, onvoldoende effectief, Mosje zal naar de berg moeten. Blijft dat uit dan vallen er veel niet corona slachtoffers.
Ik hoop dat er alsnog en spoedig aandacht komt voor deze groepering. Er is nu al veel schade aangericht.