Usage: Real-online-workflow (2020) Usage: Online (20200401) Usage: Online (20200402) *** Local Caption *** © studio v-zwoelf / stock.adobe.com
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verwijst voor de landelijke cijfers van de te verwachten patiëntenstromen naar de individuele ziekenhuizen en branchevereniging NVZ. De NVZ zegt echter niet te beschikken over deze gegevens. Vooralsnog moeten de partijen die bij de opstart betrokken zijn sturen op globale cijfers. De NZa maakte op maandag 20 april bekend dat de huisartsen de afgelopen weken 360 duizend minder patiënten naar het ziekenhuis hebben verwezen. Ook wachten naar schatting nog bijna 300 duizend mensen op een opvolging van hun verwijzing, en dus afspraak in het ziekenhuis. Datadienstverlener Performation constateert in eigen onderzoek dat de algemene en topklinische ziekenhuizen 40 tot 60 procent van de behandelingen hebben zien wegvallen.
Grote klap
Bestuursvoorzitter Jaap van den Heuvel van het Rode Kruis Ziekenhuis (RKZ) kan deze bevindingen uit eigen ervaring bevestigen. “Ik schat dat onze productie tot 50 procent gedaald is”, zegt Van den Heuvel. “De grote klap was natuurlijk dat er een enorm contingent aan electieve productie en dus omzet is weggevallen. Dat heeft enorme schade aangericht. We verdienen 10 miljoen per maand, dus reken maar uit, dat bedrag is gehalveerd.”
Aanvullende maatregelen
Met het oog op deze omzetderving pleit Van den Heuvel voor “aanvullende maatregelen”, temeer daar de inkomsten uit coronazorg niet opwegen tegen de lopende kosten. “Natuurlijk krijgen we een vergoeding voor de extra ligdagen, maar je zal ervan schrikken hoe weinig dat er zijn. We zijn van 10 naar maximaal 20 bedden gegaan. Daar kan je een ziekenhuis niet van laten draaien.”
Opleving
Van den Heuvel rekent er evenmin op dat de weggevallen productie volledig naar het ziekenhuis terugkomt. Om te beginnen staat de capaciteit door de voortdurende coronacrisis nog altijd onder druk. “Er zullen voorlopig nog honderden COVID-bedden nodig zijn”, verwacht Van den Heuvel. “Dan heb je toch minder capaciteit beschikbaar, nog los van de bottleneck rond personeel.”
Daarnaast is er onzekerheid over de verdere ontwikkeling van de coronacrisis. “Ik voorzie minimaal nog één keer een opleving”, reageert Van den Heuvel. “Wij zijn daarom nu al een draaiboek aan het maken, zodat we indien nodig snel extra maatregelen kunnen nemen.”
Angst
Onduidelijk is ook in hoeverre de patiënt weer naar het ziekenhuis durft te gaan. Met gerichte voorlichting wil Van den Heuvel eventuele angst bij het publiek wegnemen: “We gaan heel goed met de mensen in de regio communiceren dat we er alles aan doen om iedereen te beschermen”.
Acute zorg
Over de urgentielijst is Van den Heuvel positief. “Dat opstarten is zeker een uitdaging, dus is het goed dat er criteria zijn.” Op de lijst staan zo’n 4500 behandelingen vermeld, die allemaal zijn voorzien van een urgentielabel. Dit geeft aan of een patiënt binnen 24 uur behandeld moet worden, dan wel binnen één week, twee weken, een maand, drie maanden of later.
Ruwweg een kwart van de diagnoses valt binnen de eerste twee urgentiecategorieën. Deze categorisering betekent volgens Van den Heuvel niet dat er de afgelopen weken echt urgente zorg is blijven liggen. “Naast de coronazorg hebben wij de acute productie door laten gaan en dat geldt denk ik voor de meeste ziekenhuizen. Alles wat binnen 24 uur moest, is steeds gedaan. Ook alles wat binnen een week geopereerd moest worden, is weggewerkt. Dus houd je nu vooral dingen over die haast hebben, maar niet binnen een week hoeven.”
Uitspringen
Blijkens de urgentielijst hebben bijna 600 diagnosecodes het label ‘behandeling binnen een maand’ meegekregen, voor een iets groter aantal geldt ‘behandeling binnen drie maanden’. De specialismen die er qua aantal diagnosecodes uitspringen zijn inwendige geneeskunde (643) en heelkunde (562). De meeste andere specialismen op de lijst kennen zo’n 300 diagnosecodes of minder.
Emotie
“Op basis van de urgentielijst gaan wij nu inplannen en dat leggen we vervolgens aan de dokters voor”, licht Van den Heuvel de verdere opstart toe. “Zo’n lijst biedt een globale indeling, dus daar moet je altijd fijnmazig naar kijken.”
De vertaling van abstracte richtlijnen naar de praktijk is een delicaat proces, erkent Van den Heuvel. “Een schifting vooraf zal sowieso een hoop emotie geven bij de dokters, want iedereen wil graag zo snel mogelijk met zijn of haar patiënten aan de slag. Iedereen weet wel wat acuut is en snel moet, maar het risico is dat door de verhoudingen binnen een ziekenhuismaatschap een scheefgroei ontstaat voor die minder acute dingen. Daarom is het goed dat de NZa dat monitort.”
Aan de slag
Volgens Van den Heuvel hoeft de buitenwacht niet bang te zijn dat ziekenhuizen zich vooral gaan concentreren op die behandelingen die relatief veel geld opbrengen. “Er is niemand die denkt: we gaan nu eens snel geld verdienen. Met dezelfde intrinsieke motivatie waarmee we zonder opdracht van buitenaf de coronazorg hebben opgeschaald, gaat iedereen nu weer aan de slag om patiënten te helpen.”
Lees verder: Hoe de reguliere ziekenhuiszorg halveerde na corona-uitbraak
Robert Chabot
Ik kan me helaas niet voorstellen dat er ziekenhuizen zijn die positief zijn over deze lijst omdat deze uitgaat van de verkeerde parameters en onbruikbaar is. Een patiënt komt binnen met een zorgvraag, een klacht, en niet met een diagnose waar de NZA met de DBC systematiek van is uitgegaan. Dit resulteert er tevens in dat een zelfde diagnose zowel in de categorie 3 maanden is beland.