“Gelet op de demissionaire status van dit kabinet zal de reactie op het advies van de RVS over de inrichting van het stelsel voor de publieke gezondheidzorg aan het volgend kabinet worden overgelaten”, schrijft Van Ooijen in antwoord op vragen van Eva van Esch, Kamerlid namens de Partij voor de Dieren. Hij spreekt daarmee ook namens demissionair minister Kuipers, die ook voor de val van het kabinet weinig haast maakte met een reactie.
Gezondheidsdoelen
Verder maakt Van Ooijen weinig woorden vuil aan het advies van de RVS, waarin een aantal harde noten wordt gekraakt. De rest van de vragen en antwoorden hebben vooral betrekking op het al dan niet in de wet verankeren van gezondheidsdoelen. Daar wordt steeds vuriger gepleit, maar Van Ooijen en Kuipers zien er de meerwaarde niet van.
Geen vrijbrief
“Het wettelijk verankeren van gezondheidsdoelen levert geen vrijbrief op voor het kunnen nemen van deze maatregelen”, schrijft Van Ooijen. Het kan volgens de staatssecretaris “wellicht dienen als drukmiddel, maar biedt geen garantie dat een bewezen beleidsmaatregel doorgezet kan worden.”
“Uiteindelijk zijn de maatregelen bepalend voor het behalen van gezondheidswinst”, vervolgt Van Ooijen. “Waarbij voor de realisatie vaak meerdere partijen aan zet zijn.” Hij onderkent overigens wel het belang van gezondheidsdoelen, die volgens hem nodig zijn “om richting te kunnen geven aan het te voeren beleid”.
Akkoorden
De bewindslieden zien er alleen meer in om dergelijke doelen in akkoorden vast te leggen dan in de wet. Zo wijst Van Ooijen in de brief herhaaldelijk naar het Nationaal Preventieakkoord en het Gezond en Actief Leven Akkoord.