In 2023 is Nederland van de 4e naar de 20e plek gedaald op de internationale ranglijst van de kinderrechtenorganisatie KidsRights. Het is de eerste keer dat Nederland buiten de top tien valt. Onderzoekers van de organisatie stellen vast dat een zeer laag percentage van het overheidsbudget aan kinderen wordt besteed. Dat resulteert in lange wachtlijsten in de jeugdzorg en jeugdbescherming. De Staat kan daardoor een grote groep kwetsbare kinderen niet de zorg bieden die ze nodig hebben, luidt de conclusie.
Hervormingsagenda
Het kabinet is bezig deze problemen het hoofd te bieden, zegt Van Ooijen. Hij wijst bijvoorbeeld naar de hervormingsagenda jeugd, een pakket afspraken die hij vorige week heeft gemaakt met organisaties die betrokken zijn bij de jeugdzorg. Dit moet zorgen voor “betere en tijdige zorg en ondersteuning voor jeugdigen en hun gezin, op de juiste plek en wanneer dit nodig is”.
Dinsdag gaat de Tweede Kamer met de staatssecretaris in debat over de plannen. Dan zal het ook gaan over de bezuinigingen die het kabinet wil doorvoeren in de jeugdzorg. Tot 2026 moeten gemeenten 1,1 miljard euro minder uitgeven aan jeugdzorg en in 2026 961 miljoen euro.
Crisissituatie
De bewindsman gaat ook in op de jeugdbescherming en spreekt van een “crisissituatie”. Daarom werkt hij samen met minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) aan een pakket maatregelen om de werkdruk in de sector te verlagen en kinderen op tijd te helpen.
In 2015 werden de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg en dus ook de jeugdbescherming. Dat moest leiden tot kortere wachttijden, tijdige hulp voor kinderen en kwetsbare gezinnen, lagere kosten en minder administratieve last voor hulpverleners. Dat is allemaal niet gelukt in de jeugdbescherming, stelde de Algemene Rekenkamer onlangs in een zeer kritisch rapport. Ook de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de Raad voor de Kinderbescherming en de rechtspraak uitten al lang kritiek op de jeugdbescherming. (ANP)