In de gesloten jeugdhulp komen onder meer jongeren terecht met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen of jongeren voor wie opname nodig is om te voorkomen dat ze zich aan noodzakelijke jeugdhulp onttrekken. Er is al lang kritiek op. Veel jongeren vinden de hulp te repressief, onveilig en te weinig liefdevol.
De kabinetsvisie om naar nul plaatsingen te gaan dateert van juli vorig jaar, nadat een unanieme Tweede Kamer het kabinet daartoe via een motie had opgeroepen. De visie is nu vertaald naar de manier waarop de af- en ombouw moet gaan plaatsvinden en wie daarvoor moeten zorgen.
Eerste keer
Het is de eerste keer dat het kabinet de regie op een onderdeel van de jeugdzorg terugpakt, nadat de verantwoordelijkheid hiervoor in 2015 aan gemeenten werd overgedragen. Volgens Van Ooijen is gebleken dat je “op een aantal hoog-complexe onderwerpen echt inhoudelijke regie nodig hebt”, laat hij weten. Daar hadden de gemeenten ook om gevraagd.
In regionale samenwerkingsverbanden (jeugdzorgregio’s) gaan gemeenten, jeugdhulpaanbieders, professionals en jongeren samen plannen maken om de af- en ombouw te realiseren. Op landelijk niveau worden die plannen beoordeeld en wordt de uitvoering ervan in de gaten gehouden. Hij hoopt zo de vaart erin te houden en ook te kunnen zien of de “verschillende puzzelstukjes” die de regio’s aandragen wel tot een “landelijke puzzel” leiden. “Dat zal niet altijd zo zijn.”
Halvering
“Laat ik een voorbeeld noemen. Als je denkt: in de regio Brabant gaan we een specialistische gesloten jeugdhulp bieden die uniek wordt in Nederland, dan weet je vrij snel dat dit niet bij elkaar past”, aldus de bewindsman. Bovendien kan dan ook besproken worden of er überhaupt behoefte is aan zo’n voorziening.
De beweging naar minder gesloten jeugdhulp is al een tijdje gaande. Sinds 2017 is het jaarlijkse aantal gesloten plaatsingen bijna gehalveerd. Het aantal plaatsen in gesloten instellingen is afgenomen van 994 in 2020 naar 696 in 2022. Vijftig nieuwe plaatsen op kleinschalige locaties zijn inmiddels verwezenlijkt.
“Het Rijk, gemeenten, aanbieders en jongeren zelf zijn het allemaal eens dat we toe moeten naar jeugdhulp die kleinschalig, zo veel mogelijk open en zo thuis mogelijk georganiseerd is”, zegt Van Ooijen. “Met als doel menswaardige en liefdevolle zorg voor kwetsbare jongeren.” (ANP)