Van Ooijen verwacht dat er “binnen afzienbare tijd” een inhoudelijk akkoord ligt om de jeugdzorg te verbeteren, in de vorm van een hervormingsagenda. Hij denkt daarbij eerder aan dagen, dan aan weken, maar durft er geen keiharde deadline op vast te pinnen. De inhoudelijke afspraken worden niet alleen tussen rijk en gemeenten gemaakt, maar ook met aanbieders, professionals en jongeren. “Tegen alle jongeren die ik spreek, zeg ik dat het echt geen big bang wordt, maar dat het elke dag een stukje beter wordt. Daar ben ik van overtuigd.”
Beloftes
Die hervormingsagenda had er al begin 2022 moeten liggen, maar door het financieel gesteggel tussen rijk en gemeenten is dat niet gelukt. Al jaren wordt er door diverse partijen forse kritiek geuit op de slechte situatie in de jeugdzorg, zoals de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Onlangs kwam de Algemene Rekenkamer met een vernietigend rapport over de jeugdbescherming. Al sinds 2019 beloven bewindspersonen met plannen te komen om de jeugdzorg te verbeteren, maar grote verbeteringen blijven uit.
Ingrijpende veranderingen
Van Ooijen is echter positief nu er een financieel akkoord is met de gemeenten. Volgens hem “staan we aan de vooravond van de meest ingrijpende veranderingen in de jeugdzorg sinds de decentralisatie van 2015”. In dat jaar zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor de jeugdzorg. De afspraken die in de hervormingsagenda komen, moeten ertoe leiden dat de hulp voor kinderen “in hele kwetsbare posities vaker en sneller beschikbaar moet zijn”, zegt de staatssecretaris.
Knoop doorhakken
Over de eventuele invoering van een eigen bijdrage voor de jeugdzorg wordt in de hervormingsagenda geen besluit genomen, zegt Van Ooijen. Naar de wenselijkheid en haalbaarheid daarvan wordt momenteel onderzoek gedaan. Over het al dan niet inperken van de behandelduur moet in de hervormingsagenda wel een knoop worden doorgehakt. Beide liggen politiek en maatschappelijk gevoelig. (ANP)