Buitensporig. Zo noemt staatssecretaris Van Rijn de kortingen die gemeenten vragen bij de aanbesteding van WMO-zorg. Volgens de VVD gaat het om kortingen tot 80 procent, waarbij gemeenten eisen dat de kwaliteit en kwantiteit van de ondersteuning hetzelfde blijft.
Van Rijn heeft naar aanleiding van kamervragen over dit onderwerp wederhoor gepleegd bij zorgaanbieders en gemeenten. Conclusie: gemeenten gebruiken de hoge kortingspercentages om aanbieders uit te dagen “aan te geven wat zij kunnen bieden voor welke prijs en uiteindelijk overeenstemming te bereiken over een tarief”.
Geen aanleiding
Volgens de staatssecretaris is deze strategie niet nodig. “Na het begrotingsakkoord is de financiële taakstelling teruggebracht tot 11 procent ten opzichte van het budget. Er is dan ook geen enkele aanleiding om in 2015 buitensporige hoge tariefskortingen te bedingen.”
Niettemin vindt Van Rijn dat gemeenten vrij zijn om naar eigen inzicht een benadering van aanbieders te bepalen, zolang de overeen te komen inkoopafspraken voldoen aan de wettelijke voorwaarden. Eén daarvan is dat gemeenten niet alleen naar prijs mogen kijken, maar ook naar kwaliteit.