www.fotolia.de © fotomek / fotolia.com
Het College Sanering Zorginstellingen was vanaf het begin betrokken bij de omstreden vastgoeddeal tussen Daelzicht en Selcuk Öztürk. De Limburgse zorginstelling heeft bij de verkoop van twee panden aan het Tweede Kamerlid aan de basiseisen van dit College voldaan. Dat schrijft staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid) in reactie op Kamervragen over de verkoop van de panden.
Bij Daelzicht loopt momenteel een onderzoek naar vermeend (financieel) wanbeleid. Een forensisch accountant onderzoekt de geldstromen vanaf 2010. Onderdeel daarvan zijn ook de transacties met Selcuk Öztürk. Öztürk, medeoprichter van de beweging DENK, was voorzitter van de PvdA-fractie in de gemeenteraad van Roermond toen hij in de periode 2009-2011 twee panden van Daelzicht kocht, een woonhuis en een groter pand in het nabijgelegen Swalmen.
De verkoopprijs werd in eerste instantie vastgesteld op 510 duizend euro, maar daarna verlaagd naar 400 duizend euro. Selcuk wilde in een van de gebouwen een hotel vestigen, maar hiervoor moest het bestemmingsplan worden gewijzigd. NRC Handelsblad suggereerde in juni dat dit laatste onderhands was geregeld met de van corruptie verdachte wethouder Jos van Rey (VVD).
Toezicht
Staatssecretaris Van Rijn wijst er in zijn brief op dat de uitkomsten van het lopende onderzoek in het najaar worden verwacht en dat dan pas iets gezegd kan worden over eventueel onoorbaar handelen. Wel gaat hij in op de rol van het College Sanering Zorginstellingen, dat toezicht moet houden op vastgoedtransacties waarbij zorginstellingen zijn betrokken.
Het College stelt een aantal eisen aan zorginstellingen die vastgoed willen verkopen. Zo zijn zorginstellingen verplicht om dit te melden aan het College. Het College wijst een gemachtigde aan die namens het College toezicht houdt op het proces. Verder moet een instelling tenminste één onafhankelijke taxatie laten uitvoeren, voordat een object in de markt kan worden gezet. Het College toetst de kwaliteit van de taxatie. Als er een kandidaat-koper is gevonden, adviseert de gemachtigde het College. Het College besluit vervolgens wel of geen goedkeuring te verlenen aan de transactie.
Taxatie
Aan deze eisen is voldaan, zo blijkt uit de brief van de staatssecretaris. Daelzicht meldde de voorgenomen verkoop in februari 2009 aan het College, dat stelde een gemachtigde aan en Daelzicht liet in de periode december 2009 tot juli 2010 drie taxatierapporten opstellen. De taxatiebedragen liepen uiteen van 475 duizend tot 610 duizend euro.
In 2010 meldt Daelzicht het College een kandidaat-koper te hebben gevonden met een bod van 510 duizend euro. Er waren nog andere gegadigden, maar die haakten om verschillende redenen af. Op basis van het advies van de gemachtigde en de aangeleverde taxatierapporten, verleent het Collegebestuur op 13 oktober 2010 goedkeuring aan de verkoop voor het bedrag van 510 duizend.
Schade
In maart 2011 laat Daelzicht weten dat de koopsom is verlaagd met 110 duizend euro. Er was schade aan een van de gebouwen ontstaan tussen het moment van het aangaan van de koopovereenkomst en het moment van levering. Het College vraagt zowel de instelling als de notaris om opheldering. Daarop wordt een concept-expertiserapport van de schade als onderbouwing aangeleverd.
“Zowel Daelzicht als de notaris erkennen dat de verlaging van de verkoopprijs al voor het passeren van de definitieve koopakte gemeld had moeten worden en betreuren de gang van zaken. Het College is alles afwegende akkoord gegaan op basis van deze aanvullende onderbouwing”, aldus staatssecretaris Van Rijn.