Het lukt Amsterdamse huisartsen, fysiotherapeuten en verloskundigen nauwelijks nog om betaalbare praktijkruimte te vinden of te houden, vanwege de torenhoge vastgoedprijzen in sommige delen van de stad. Sommigen worden hun praktijk uitgezet, sommigen zitten veel te krap.
In Amsterdam dreigen twee huisartsenpraktijken, met bij elkaar achtduizend patiënten, op straat te komen staan, zo schrijft het Parool. Ook in het centrum zijn huisartsen op een onmogelijke missie naar praktijkruimte. Alleen in Amsterdam Noord en Nieuw-West is nog wel ruimte voorhanden voor zorgverleners, maar daar hebben de huisartsen in Centrum en Zuid niks aan. Dat is te ver van hun patiënten. In noodgevallen zouden ze de halve stad door moeten.
Vergoeding
De Amsterdamse Huisartsenkring heeft een enquête gehouden, waarvan de resultaten nog moeten worden gepubliceerd. Daaruit is al wel bekend dat de helft van de huisartsen hun praktijk te klein vindt. De afgelopen jaren is veel zorg overgegaan van ziekenhuizen naar huisartsen. Daardoor hebben ze meer ruimte nodig , bijvoorbeeld voor POH’s die helpen bij controles.
Probleem is dat huisartsen van zorgverzekeraars overal dezelfde vergoeding krijgen voor huisvesting, in Amsterdam centrum hetzelfde als krimpgebieden in bijvoorbeeld Drenthe, Groningen of Zeeland. Zo ontstaat scheefgroei: in Amsterdam Zuid krijgt een huisarts 140 euro per vierkante meter, terwijl het daarvoor 400 euro moet betalen.
Vastgoed
De gemeente Amsterdam kan moeilijk bijspringen. De afgelopen jaren is veel maatschappelijk vastgoed verkocht. De Huisartsenkring wil dat de gemeente weer gaat terugkopen. Wethouder Marieke van Doorninck van Ruimtelijke Ordening wil dat ook doen. De pogingen om het pand van MC Slotervaart oin handen te krijgen vallen daaronder, aldus het Parool. De gemeente zal er ook op toezien dat eigenaren niet te snel de maatschappelijke bestemming van hun panden halen om hogere huren te kunnen vragen. Van Doorninck overweegt om percentages maatschappelijk vastgoed op te nemen in contracten met projectontwikkelaars.