In de helft van de 414 gevallen is de dader een andere jongere en in bijna een kwart van de voorvallen is het een hulpverlener. Dat blijkt uit inspectiecijfers die onderzoeksprogramma Argos heeft opgevraagd.
Als sprake is van grensoverschrijdend gedrag, moet de zorginstelling daar melding van maken bij de inspectie. Uiteindelijk wist het NPO-programma informatie te achterhalen tot april van dit jaar. Er is in die periode zo’n tweehonderd keer contact geweest met justitie, en er zijn meer dan honderd aangiften gedaan. Cijfers over veroordelingen zijn er niet.
Ongepaste berichten
De aard van het ontoelaatbare gedrag verschilt, zegt de inspectie tegen Argos. Er zijn meldingen van verkrachting en aanranding, maar het kan ook gaan om ongepaste berichten via WhatsApp. De slachtoffers zijn soms kinderen “vanaf 7 jaar of zelfs nog jonger”, zegt inspecteur Selini Roozen in het programma, maar ook wel tieners. Soms is het leeftijdsverschil met de hulpverleners niet zo groot. Er zijn stagiairs bij die verliefd worden op een cliënt die ongeveer even oud is.
Toch zijn er ook ernstigere kwesties bekend, bijvoorbeeld van hulpverleners die kinderen misbruiken. In sommige gevallen gaat het zelfs om mensen die eerder in een andere sector, zoals het onderwijs, slachtoffers hebben gemaakt. Het lukt kennelijk niet om hen te weren uit de zorg.
Het aantal meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de jeugdhulp is in vergelijking met tien jaar geleden gestegen, ziet de IGJ. Het werkelijke aantal jongeren dat te maken heeft met seksueel grensoverschrijdend gedrag is waarschijnlijk hoger dan de nu bekende meldingen. De inspectie stelt dat kinderen er vaak geen melding van durven maken en dat hulpverleners het niet opmerken.
Verantwoordelijkheden afschuiven
Hoogleraar pedagogiek Micha de Winter, die eerder onderzoek deed naar misbruik in de jeugdzorg, noemt de cijfers in de uitzending van Argos “schokkend”. Volgens hem schuiven de instanties hun verantwoordelijkheden af. “Als je dan de optelsom maakt, is er uiteindelijk niemand verantwoordelijk. Dat vind ik doodgriezelig.” (ANP)