AppleMark
Het standaard openbaar maken van calamiteitenrapporten van de inspectie, zoals het kabinet beoogt, is onwenselijk voor zowel zorgverleners als patiënten. Publicatie van inspectierapporten vereist altijd een zorgvuldige belangenafweging om zorgaanbieders, individuele zorgverleners en naastbetrokkenen niet onnodig te schaden.
Dit schrijven de Brancheorganisaties zorg (BoZ) en Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ) aan het ministerie van VWS. Aanleiding is het ‘Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet’ dat onlangs ter consultatie online is gezet. Dit ontwerpbesluit regelt de actieve openbaarmaking van calamiteitenrapporten door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Doel is het bevorderen van transparantie en het leren van calamiteiten.
Met het publiceren van inspectierapporten komt gevoelige en mogelijk herleidbare informatie in de openbaarheid, aldus BoZ en BGZJ. “Dit vereist altijd een weloverwogen belangenafweging. Dit om zorgaanbieders, individuele zorgverleners en andere betrokkenen niet onnodig te schaden.” De door het kabinet voorgestelde oplossing om zorgaanbieders waar tien of minder zorgverleners werkzaam zijn te anonimiseren, is volgens de brancheorganisaties niet genoeg. “Ook in geval van tien of meer zorgverleners is de informatie in veel gevallen herleidbaar tot een specifieke aanbieder of specifieke zorgverleners”, zo schrijven zij.
Grens verhogen
Ook de eerstelijnsorganisaties laten zich in een gezamenlijke reactie kritisch uit over het voorstel om calamiteitenrapporten standaard openbaar te maken. Ze stellen voor om de grens voor anonimisering te verhogen naar zorgaanbieders waar meer dan 25 zorgverleners werken. De identiteit van de bij de calamiteit betrokken zorgverleners is volgens de eerstelijnsorganisaties namelijk ook bij een kleinschalige zorgaanbieder met meer dan 10 zorgverleners nog steeds eenvoudig herleidbaar. Bijvoorbeeld als de calamiteit betrekking heeft op een specifieke handeling die maar 1 of 2 van de in de praktijk werkzame zorgverleners kunnen uitvoeren.
Artsenfederatie KNMG laat weten eveneens voorstander te zijn van het ophogen van de grens naar praktijken met minstens 25 zorgverleners om zo de herleidbaarheid van betrokkenen te bemoeilijken. De KNMG vraagt zich daarnaast of het voorstel daadwerkelijk zal leiden tot betere kwaliteit van zorg. “Actieve openbaarmaking van een IGJ-rapport naar aanleiding van een calamiteit, zegt in principe niets over de algehele kwaliteit van zorg die in de betreffende instelling wordt gegeven. Het zegt vooral iets over het incident zelf en over de verbetermaatregelen die naar aanleiding daarvan zijn en moeten worden genomen. Of een gebeurtenis kan worden aangeduid als calamiteit of niet, is bovendien vaak arbitrair; daarmee (dus) ook de keuze om alleen deze rapporten openbaar te maken.”
Leren en verbeteren
Ook BoZ en BGZJ vrezen dat door het openbaar maken van informatie van de inspectie het leren en verbeteren juist in gevaar komt. De organisaties verwachten dat zorgverleners terughoudender worden om hun vermoedens van incidenten te melden als er voortaan geen zorgvuldige afweging meer wordt gemaakt. Openbaar maken van alle toezichtinformatie is niet proportioneel en contraproductief, stellen BoZ en BGZJ. “Openbaarmaking vraagt zorgvuldigheid en heldere afspraken die bijdragen aan de bedoeling: verbetering van kwaliteit en veiligheid van de zorg.”
De brancheorganisaties voorzien bovendien extra regeldruk, onder meer doordat het voorstel een nieuwe verplichting bevat om bij iedere calamiteit bepaalde gegevens over de organisatie aan te leveren, bijvoorbeeld over het aantal zorgverleners dat op het moment van de calamiteit aanwezig was op de locatie. “In zorginstellingen is dat niet met één druk op de knop beschikbaar. Hiervoor moeten systemen worden ingericht en ook real time worden bijgehouden. Wij vinden een verzwaring van administratieve lasten in geen verhouding staan tot het doel van het besluit”, aldus BoZ en BGZJ.
Privacy
De Patiëntenfederatie laat weten het besluit tot openbaarmaking van calamiteitenrapporten door de IGJ te steunen, maar vraagt wel aandacht voor het waarborgen van de privacy van de patiënt. De federatie pleit voor de expliciete toevoeging aan het besluit dat de identiteit van de patiënt niet herleidbaar mag zijn in een calamiteitenrapport.