De regio Twente heeft een sterk vergrijzende bevolking. Zo’n zestig procent van de mensen zit in een fase waarin de behoefte aan zorg toeneemt. Toch verwacht Eric Temmink, directeur Wonen van Carintreggeland, met de huidige wooncapaciteit van zijn organisatie toe te kunnen tot 2040.
Carintreggeland is actief in alle Twentse gemeenten. De organisatie biedt wonen met zorg aan op een 22-locaties, in capaciteit variërend van 30 tot 160 bewoners. In totaal gaat het om ongeveer 1500 bewoners.
Data
Eric Temmink baseert zijn verwachtingen op de Zorg-en Vastgoed Monitor waarmee Carintreggeland regelmatig de ontwikkelingen in de Twentse bevolking en haar behoefte aan zorg peilt. De organisatie maakt daarbij gebruik van de data die reeds bekend zijn over de huishoudens in de regio. “Uit deze monitor blijkt dat het aantal mensen met een zorgvraag toeneemt. Deze mensen zijn echter nog “te goed” om naar een verpleeghuis te gaan. Dat is nu zo’n zestig procent van de bevolking.”
De verdere vergrijzing van de Twentse bevolking zal ertoe leiden dat er in 2040 twee keer zoveel indicaties voor verpleeghuiszorg kunnen worden afgegeven. Daarbij zal de zorg die mensen nodig hebben zwaarder zijn. Volgens Temmink is dat voor Carintreggeland geen aanleiding om de wooncapaciteit uit te breiden. “Een deel van de vraag zal worden ingevuld door nieuwe vormen van zorg, die voor een groot deel thuis zullen worden geleverd”, licht hij toe. “Daarnaast zal een deel worden verzorgd door nieuwe toetreders in de sector. Tot slot zal je zien dat de duur van een opname in het verpleeghuis korter wordt.”
Flexibiliteit
Dat de intramurale capaciteit niet uitgebreid hoeft te worden betekent niet dat de zorg bij Carintreggeland de komende twee decennia op dezelfde manier kan worden verleend. Het betekent ook niet dat er aan het vastgoed niets hoeft te veranderen. “De behoefte aan zorg verandert, maar ook de woonwensen van ouderen”, vertelt Temmink verder. “Vooral de vraag naar wonen met zorg neemt toe. Dat betekent dat mensen grotendeels zelfstandig wonen met zorg op afstand.”
Carintreggeland heeft een flexibel woonconcept ontwikkeld, geschikt voor verschillende doelgroepen. “We gaan werken met een woonconcept met een standaard plattegrond van 35 vierkante meter. Het kan bewoond worden door mensen met psychogeriatrische en somatische klachten, maar kan gewoon als appartement worden verhuurd.”
Waar Carintreggeland verouderde gebouwen vervangt door nieuwbouw wordt het standaardconcept toegepast. Bij renovaties wordt getracht zo veel mogelijk hiervan mee te nemen. Het concept moet Carintreggeland de flexibiliteit geven om daar waar de capaciteitsbehoefte verandert, snel op of af te schalen.
Financiering
Voor de financiering van het vernieuwen van vastgoed gaat Carintreggeland met banken in gesprek. “Hoeveel de bank bijdraagt hangt af van de grootte van het project en de omvang van de gevraagde investering”, zegt Temmink. “Banken zijn bereid om te financieren als je een gedegen strategie hebt en als je zelf mee kunt betalen.”
Naast het vastgoed zal tot slot ook de zorg inhoudelijk veranderen, voorspelt Temmink. Naast zelfstandigheid, heeft de groep Twentse ouderen behoefte aan sociaal contact. Op die wens wil Carintreggeland ingaan. “Er zit een brede sociale component aan de zorgbehoefte”, ligt Temmink toe. “Het gaat om sociaal contact, maar ook een vorm van sociale controle. Veiligheid is bijvoorbeeld belangrijk voor de groeiende groep dementerende ouderen.”
Om mensen in staat te stellen om langer zelfstandig te wonen zal een rol weggelegd zijn voor nieuwe technologieën, zoals sensoren voor locatiebepaling en leefstijlmonitoring. “Met die sensoren kun je bijvoorbeeld zien of iemand ’s nachts in de slaapkamer is. Onrust of juist inactiviteit kunnen beiden een signaal zijn dat het niet goed gaat. Een sensor op de koelkast kan je vertellen of iemand wel op gezette tijden aan eten denkt. Zo kun je voorkomen dat iemand acuut moet worden opgenomen.”