Het huidige vergunningstelsel voor bijzondere medische verrichtingen is kwetsbaar voor beïnvloeding door veldpartijen. Door een gebrek aan eenduidige definities en een dito procesgang dreigen financiële deelbelangen de medische inhoudelijke discussie over het toelaten dan wel concentreren van bepaalde verrichtingen te overstemmen.
Dit blijkt uit een evaluatie van de Wet Bijzondere Medische verrichtingen (Wbmv), waar het vergunningenstelsel op gebaseerd is. Adviesbureau Significant constateert ondermeer dat “zowel de doelstellingen als het begrip ‘bijzondere medische verrichtingen’ onvoldoende concreet zijn beschreven om in de praktijk eenduidig toegepast te kunnen worden”.
Beroepsgroepen
Ook is de wijze waarop verrichtingen in aanmerking komen voor regulering uit hoofde van de Wbmv niet in de wet vastgelegd of op stelselmatige wijze georganiseerd. Dit betekent in de praktijk dat verrichtingen vooral door de beroepsgroepen worden voorgelegd bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
ICD’s
Een voorbeeld van hoe het vergunningstelsel in de praktijk werkt is de gang van zaken rond implanteerbare cardiodefibrillatoren (ICD). Ondanks een vergunningplicht is het aantal ziekenhuizen dat deze fibrillator plaatst tussen 2005 en 2010 toegenomen van 15 naar 27. Een kwart hiervan blijft vooralsnog onder de volumenorm voor deze ingreep. Het aantal geplaatste ICD’s is in dezelfde periode verdrievoudigd tot ruim zesduizend. Voor zorgverzekeraars is deze gang van zaken reden om vraagtekens te plaatsen bij het vergunningstelsel.
Reguleren
De Wbmv biedt de minister van VWS de mogelijkheid om medische verrichtingen te reguleren door deze alleen met een vergunning toe te staan of ze te verbieden. Het gaat hierbij ondermeer om hartinterventies, orgaantransplantaties, bijzondere neurochirurgie en neonatale intensive care. De Wbmv moet pas in werking treden wanneer beschikbaarheid, kwaliteit en doelmatigheid in het gedrang raken.
Globaal
Het probleem is dat dergelijke globale maatschappelijke doelstellingen lastig te meten of te controleren zijn. “Bij de inwerkingtreding van de Wbmv zijn geen expliciete inhoudelijke doelstellingen geformuleerd”, constateert Significant. “Het ontbreken van scherp geformuleerde doelstellingen maakt het niet goed mogelijk om te beoordelen of de Wbmv doeltreffend is.”
Bemoeilijken
Ook de procesgang wordt gekenmerkt door “het ontbreken van een transparant en duidelijk vastgelegd proces”. Zo ontstaat “ruimte voor een dynamiek waarin niet alleen medisch inhoudelijke overwegingen maar ook (financiële) belangen van de verschillende belanghebbers een rol gaan spelen. Een zuiver (medisch) inhoudelijke discussie wordt hierdoor bemoeilijkt”.
Controleerbaar
Met het oog op deze manco’s adviseert significant om de doelstellingen van de Wbmv, zeker op het niveau van een specifieke verrichting, scherper te definiëren”. “Hierbij dient duidelijker te worden uitgewerkt wat het gewenste resultaat is van regulering van een verrichting door middel van de Wbmv”, aldus Significant. “Het waarborgen van kwaliteit, doelmatigheid en het bevorderen van gepast gebruik is vooralsnog te algemeen geformuleerd en daardoor niet voldoende controleerbaar en meetbaar.”
Minister Schippers beraadt zich op de aanbevelingen uit het rapport en zal de Tweede Kamer op een later tijdstip op de hoogte stellen van haar bevindingen.