De helft van deze groep is naar eigen zeggen niet op de hoogte van het bestaan van het Waarschuwingsregister. Opvallend is ook dat 14 procent het Waarschuwingsregister alleen gebruikt bij het aannemen van nieuw personeel. Nog geen kwart (24 procent) gebruikt het Waarschuwingsregister bij zowel het in dienst nemen van nieuwe medewerkers als bij het ontslag van medewerkers die zich schuldig hebben gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag tegenover cliënten.
Verplicht
Minister De Jonge van VWS maakte vorig jaar bekend het Waarschuwingsregister Zorg & Welzijn, dat in 2017 landelijk is uitgerold, verplicht te willen stellen. Het Waarschuwingsregister moet voorkomen dat medewerkers die over de schreef gaan na ontslag ongemerkt elders weer aan de slag gaan. Met het oog hierop worden de gegevens van zulke medewerkers voor een termijn van twee tot vier jaar in het Waarschuwingsregister bewaard. Zorgaanbieders kunnen bij aanname van nieuw personeel het Waarschuwingsregister raadplegen.
Geen beleid
Beter is het gesteld met de toepassing van de Leidraad Veilige Zorgrelatie. 86 procent van de respondenten zegt schriftelijk beleid te hebben opgesteld ten aanzien van grensoverschrijdend gedrag en mishandeling door medewerkers. Van deze groep heeft 67 procent daadwerkelijk gebruikgemaakt van de Leidraad. Toch heeft nog altijd 14 procent geen beleid op dit gebied.
Advies
De bevindingen over het Waarschuwingsregister en de Leidraad Veilige Zorgrelatie zijn onderdeel van een breder adviesrapport dat door de Hogeschool Utrecht is opgesteld in opdracht van brancheorganisatie ActiZ. De opstellers willen antwoord geven op de vraag hoe zorgaanbieders en ActiZ kunnen bijdragen aan een veilige zorgrelatie in de verpleeghuissector. Daarmee raakt het rapport ook aan de nodige problemen en voetangels rond de omgang met grensoverschrijdend gedrag.
Gesloten cultuur
Zo blijken er nog altijd verpleeghuizen te zijn waar een gesloten cultuur het realiseren van een veilige zorgrelatie bemoeilijkt. Een onderwerp als seksueel overschrijdend gedrag blijkt met name binnen christelijke zorgorganisaties moeilijk bespreekbaar te zijn.
Moeite met herkennen
Ook vinden zorgverleners het niet altijd eenvoudig om grensoverschrijdend gedrag te herkennen, laat staan te bewijzen. Hierbij kan het gaan om kwesties als gebrek aan bewijs of indirecte waarneming, bijvoorbeeld bij gedrag tijdens de nachtdiensten of achter de voordeur van de cliënt. Daarnaast lijkt er sprake van een zekere handelingsverlegenheid. Angst voor of juist loyaliteit naar collega’s kunnen ertoe leiden dat zaken niet besproken worden. Ook personeelstekort en wisselende teamsamenstelling kunnen een aanspreekcultuur in de weg staan. Daarbij weten niet alle medewerkers hoe zulke gesprekken te voeren en is er soms verwarring over verschillende overlappende procedures.
Leiderschap
Het is volgens de opstellers van het rapport primair een zaak van de bestuurder om zulke barrières te slechten en bewustwording te bevorderen. De bestuurder dient een duidelijke visie te hebben en een praktische vertaling hiervan te geven in de vorm van effectieve maatregelen en instrumenten, zoals bijscholing en zowel interne als externe ontmoetingen. Als landelijk vertegenwoordiger van zorgorganisaties heeft ActiZ de rol van informatieverstrekker en belangenbehartiger.
Bewustwording
Op landelijk niveau moet ActiZ het onderwerp van grensoverschrijdend gedrag en mishandeling binnen de zorgrelatie op de agenda houden. Op bestuurlijk niveau kan ActiZ de verpleeghuizen ondersteunen bij het vormgeven van een visie en de ontwikkeling van een gepaste leiderschapsstijl. Op beleidsniveau kan ActiZ bijdragen aan bewustwording door stafleden, die nog niet met het thema bezig zijn, te stimuleren om beschikbare hulpmiddelen te gaan gebruiken.