Het loont voor een zorgorganisaties om het samenspel tussen mantelzorgers en betaalde beroepskrachten te versterken. Dit leidt tot meer betrokken mantelzorgers, meer mogelijkheden voor zorg en ondersteuning voor cliënten en meer werkplezier voor medewerkers.
Dit concluderen Vilans en Movisie, de uitvoerders van het programma In voor Mantelzorg, in hun eindrapportage die naar de Tweede Kamer is verstuurd.
Binnen het programma werkten tachtig organisaties uit verschillende zorgsectoren in de care én de cure een jaar lang aan een betere samenwerking tussen beroepskrachten en mantelzorgers. De belangrijkste resultaten zijn geboekt als het gaat om gelijkwaardiger samenwerking, een visie op het samenspel en een sterkere positie van mantelzorgers. Organisaties hebben gewerkt aan een cultuur waarbij meer ruimte is voor inbreng van mantelzorgers.
Werkwijze
Ook in hun werkwijze houden de zorginstellingen nu meer rekening met mantelzorgers in bijvoorbeeld zorgplannen en overleg. “Onze evaluatiegesprekken zijn aangepast. We werken nu met de triadekaart, waarbij het zowel om de inbreng van de cliënt, de beroepskracht en ook de mantelzorger gaat. In het gesprek is apart ruimte voor de mantelzorger. Deze werkwijze is nu vast onderdeel van ons werkproces geworden”, zegt de projectleider bij InteraktContour.
Vooral in de ouderenzorg, gehandicaptenzorg, thuiszorg en de ggz is gewerkt aan het versterken van de gelijkwaardige samenwerking. De deelnemende zorginstellingen hebben van In voor Mantelzorg een aantal lessen geleerd, volgens Vilans en Movisie. Zo is het belangrijk dat de hele organisatie – van bestuur tot facilitaire dienst – oog heeft voor mantelzorgers, dat medewerkers en mantelzorgers met elkaar in gesprek gaan over wie wat kan doen en hun beelden over samenwerking delen. “Als ik door de ogen van de mantelzorger kijk, kijk ik heel anders naar zorgverleners. Als beroepskrachten willen we graag zorgen en denken dan soms toch teveel voor anderen”, zegt een medewerker van Thuiszorg Dichtbij.
Digitaal werkboek
In voor Mantelzorg ging van start in april 2014, de trajecten zijn afgerond in het najaar van 2015. Er zijn drieduizend medewerkers en managers bereikt en zesduizend mantelzorgers. Inhoudelijk sluit het project aan bij de beleidsbrief ‘Versterken, verlichten en verbinden’ van staatssecretaris Van Rijn (20 juli 2013). Er komt een digitaal werkboek met instrumenten en tools die organisaties kunnen benutten. Op de website van In voor Mantelzorg zijn de aanpak van de deelnemende organisaties en praktijkervaringen te vinden.