Foto: jd-photodesign / stock.adobe.com
De Nederlandse zorgkantoren, verenigd in Zorgverzekeraars Nederland (ZN), publiceren elke drie jaar een nieuw inkoopkader voor de langdurige zorg. 2021 zou een nieuwe periode van drie jaar inluiden en dus publiceerde de ZN vorig jaar hun nieuwe inkoopkader voor de periode 2021-2023.
Dit was voor de aanbieders van de langdurige zorg aanleiding voor een rechtszaak over de tariefbepaling. De rechter oordeelde dat de zorgkantoren te onduidelijk waren over hoe zij tot hun nieuwe tarieven kwamen en oordeelde dat helderder onderbouwd moest worden dat het reële, kostendekkende tarieven zijn. Op basis van deze uitspraak besloten de zorgkantoren de tarieven van 2020 door te trekken voor 2021.
Update
Vrijdag 28 mei publiceerde ZN een update van het inkoopkader 2021-2023, waarin ze aanpassingen maken die voor 2022 en 2023 van toepassing zijn. Een groot verschil is dat het tarief een richttarief is, in plaats van een vast basistarief. Zorgkantoren kunnen per regio positief of negatief afwijken van het richttarief, afhankelijk van wat in de regio nodig is.
95,8 procent
Ook anders is dat het richttarief 95,8 procent van het NZa-maximumtarief is. Vorig jaar was het basistarief 94 procent van het NZa-maximumtarief. Ook werd vorig jaar gesproken over een toeslag van twee procent, als de aanbieders plannen voor innovatie, efficiënte bedrijfsvoering, passende zorg of duurzaamheid inleverden. Zorgkantoren willen nog steeds dat aanbieders hiermee aan de slag gaan, maar koppelen dit niet meer direct aan de tarieven.
Uitleg
Er is nu ook een onderbouwing gegeven van hoe de zorgkantoren komen op een richttarief van 95,8 procent van de NZa-maximumtarieven. De zorgkantoren baseren zich hiervoor op de jaarrekeningen van 2019 van Wlz-aanbieders die dat jaar tenminste € 50.000 omzet maakten en minimaal 60 procent van hun omzet halen uit zorg onder de Wet langdurige zorg. Vervolgens is bepaald welk richttariefpercentage nodig is om te zorgen dat 75 procent van de geselecteerde aanbieders een neutrale of positieve winstmarge heeft. Dit bleek bij een percentage van 95,8 procent te zijn.
Teleurgesteld
De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland vindt deze nieuwe publicatie teleurstellend. ‘De zorgkantoren geven geen gehoor aan onze oproep om stabiliteit te creëren in 2022, zodat we de uitdagingen in de gehandicaptenzorg aan kunnen gaan. De focus ligt nu op de korte termijn en de onzekere prijsstelling. We hebben geen duidelijk antwoord gekregen op de vragen over de onderbouwing van het richttarief en daarmee geen inzicht of het een reëel tarief betreft, zoals door de rechter bepaald’, schrijft de VGN in een reactie.
Reëel
“We blijven met heel veel vragen achter”, zegt VGN-directeur Frank Bluiminck. “De belangrijkste vraag is: hoe leidt deze berekening tot een reëel tarief? Dat is namelijk wat de rechter de zorgkantoren heeft opgelegd – dat de zorgkantoren helder moeten maken waarom hun tarief een reëel tarief is. Elk zichzelf respecterende bedrijfstak stelt zichzelf het doel om rendement te maken, zodat je je als bedrijf kan blijven ontwikkelen. Dan vraag je je af waarom de zorgkantoren rekenen met 75 procent van de (grote) Wlz-aanbieders die een positief of neutraal resultaat maken. Waarom 75 procent? Moet 25 procent van de aanbieders verlies draaien? Waarom niet 90-10 of 95-5?”
Achteruitkijkspiegel
Ook het rekenen met de jaarrekeningen van 2019 zit de VGN niet lekker. “Dat is sturen op de achteruitkijkspiegel” zegt Bluiminck. “Terwijl 2022 een heel ander jaar is dan 2019. Om een voorbeeld te noemen: de pensioenpremie stijgt. Hoe vertaalt zich dat in deze tarieven? Dat is ons niet duidelijk.”
Gehoopt op stabiliteit
“Er is wel degelijk iets veranderd”, geeft Bluiminck toe. “We hadden alleen gehoopt op iets anders. We voeren doorlopend goede gesprekken met de zorgkantoren waarin we samen kijken naar de komende uitdagingen voor de langdurige zorg. Wij hadden gehoopt dat de tarieven van 2020 doorgetrokken zouden worden tot 2022, en dat we in de tussentijd samen plannen kunnen maken over hoe we welke zorg na 2022 willen organiseren. Dan zou er een nieuw inkoopkader kunnen voortvloeien uit die gezamenlijke missie.”
Rechtszaak
Of dit nieuwe inkoopkader aanleiding is om weer een rechtszaak te voeren, daar heeft Bluiminck nog geen antwoord op. “Daarvoor moeten we de nieuwe plannen eerst beter bestuderen.”