Mensen die zich hebben aangemeld, vullen nu al bij de Infectieradar wekelijks kort in of ze ziektesymptomen hebben of niet. Als zij ook meedoen aan het nieuwe zelftestonderzoek kunnen ze – als ze klachten hebben – een coronazelftest doen. Alle mensen die meedoen krijgen een zelftestpakket. Daarin zitten drie coronatesten en een afnameset voor het neus- en keelmonster. “En als de testen op zijn, krijgen ze weer nieuwe”, aldus de woordvoerder.
Als iemands zelftest positief is, vraagt de Infectieradar die persoon om een neus- en keelmonster af te nemen en op te sturen. Een onderzoek moet uitwijzen welke variant van het virus iemand bij zich draagt. Om de andere verkoudheidsvirussen en griep te monitoren vraagt de Infectieradar aan een deel van de mensen die negatief testten alsnog om een neus- en keelmonster af te nemen.
Buiten beeld
“Met de Infectieradar kunnen we in de toekomst sneller reageren als er een grote griepgolf of coronagolf aankomt. Want veel mensen die ziek zijn gaan niet naar de huisarts of het ziekenhuis, die blijven tot nu dus buiten beeld”, zegt de woordvoerder. Met het onderzoek let het RIVM op alle zogenoemde ‘respiratoire infecties’, oftewel infecties aan de luchtwegen. In de toekomst kunnen mogelijk nog andere ziektes via de Infectieradar onderzocht worden.
Maximaal 50.000 mensen kunnen aan het zelftestonderzoek meedoen. Tot 21 mei 2023 krijgen zij dan elke week de vraag of ze ziektesymptomen hebben. “Het liefst willen we een goede afspiegeling van de Nederlandse bevolking om goed te monitoren”, vertelt de woordvoerder. Momenteel zijn er wat meer oudere mensen die meedoen, van wie iets meer mannen dan vrouwen. Van de jongere mensen zijn er juist meer vrouwen die zich hebben aangemeld. De 15.000 die zich nu aangemeld hebben voor het zelftestonderzoek kunnen wel alvast aan de slag. (ANP)