Kleine aanbieders van ouderenzorg hebben meer last van de bezuinigingen door het kabinet dan grotere organisaties doordat hun marges kleiner zijn geworden. Een groep kleine aanbieders pleit voor het invoeren van cliëntvolgende financiering waardoor keuzevrijheid van de cliënt wordt geborgd en deze dus zelf kan blijven kiezen waar hij woont en zorg vraagt.
Van de bijna vierhonderd ouderenzorgorganisaties met een Wlz-erkenning in Nederland behoren er zo’n 124 tot de categorie kleine zorgorganisaties. Zij hebben een jaaromzet rond of minder dan 10 miljoen euro. 75 Van deze kleine aanbieders hebben de krachten gebundeld in de initiatiefgroep ‘Wie het kleine niet eert…’. Deze groep heeft op 12 april een petitie aangeboden aan de vaste Kamercommissie voor Zorg. Naar aanleiding daarvan vindt op 25 mei een rondetafelgesprek plaats in de Tweede Kamer over de problemen waar kleine aanbieders tegenaan lopen.
Naast leden van de initiatiefgroep is ook ActiZ gevraagd om deel te nemen aan dit gesprek. Jan de Vries, algemeen directeur ActiZ: “Wij zien dat de hervormingen van de ouderenzorg grote impact heeft op al onze leden: zowel grote als kleinere zorgorganisaties. Alleen zijn op sommige punten de effecten voor kleine zorgorganisaties nog lastiger op te vangen dan voor grotere organiaties. Daarom ondersteunen we het initiatief van onze kleine leden graag. We hopen dat de politiek oog heeft voor onze oplossingsrichtingen.”
Bezuinigingen
ActiZ beschrijft in een position paper wat de gevolgen van het kabinetsbeleid en de bezuinigingen in de ouderenzorg voor kleine zorgorganisaties zijn. De gevolgen van bezuinigingen zijn volgens ActiZ groter voor kleine aanbieders, doordat de netto marges van kleine organisaties kleiner zijn geworden. Door het beleid van de overheid waarbij mensen met een lichtere zorgvraag geen toegang meer krijgen tot verblijf in een verzorgingshuis, lopen kleine organisaties grotere risico’s op het gebied van vastgoed.
Verder benadeelt het systeem van Wlz-contractering kleine zorgorganisaties. Voor de Wlz-inkoop zijn zorgkantoren gaan werken met het zogeheten dialoogmodel. In dit model kunnen aanbieders over hun ontwikkelplannen het gesprek aangaan met het zorgkantoor en een opslag ‘verdienen’ op het basistarief dat het zorgkantoor zelf vaststelt. Maar uit de evaluatie van ActiZ van de zorgcontractering Wlz van 2015 blijkt dat zorgkantoren nauwelijks de dialoog aangaan. Dezelfde trend zien we bij de inkoop van wijkverpleging door zorgverzekeraars. “Het gevoel van ’tekenen bij het kruisje’ overheerst”, aldus ActiZ.
Problemen
Om de genoemde problemen op te lossen, doet de brancheorganisaties vijf voorstellen. Ten eerste moet de cliënt meer ruimte krijgen om te kiezen waar hij wil wonen en van wie hij zorg en ondersteuning ontvangt. ActiZ pleit hierbij voor een systeem van persoonsvolgende bekostiging. Ten tweede moeten er meerjarenafspraken met zorgverzekeraars en zorgkantoren komen, waardoor de bureaucreatie en administratieve lasten afnemen.
Het derde voorstel is om te komen tot vereenvoudiging van de inkoop- en verantwoordingssystematiek, zodat de kwaliteitstoets niet langer gekoppeld wordt aan de inkoop en het tarief. Ten vierde stelt ActiZ voor om de regeldruk te verminderen omdat kleine zorgorganisaties relatief veel nadeel ondervinden van de regeldruk rond Wlz, Zvw en Wmo. Het laatste voorstel: voer geen verdere bezuinigingen in de Wlz en de wijkverpleging door. “De reeds geplande bezuinigingen moeten echt van tafel om de kwaliteit van zorg te kunnen blijven garanderen”, stelt ActiZ.