“Voorbereid zijn betekent dus niet alleen alles in het werk stellen om een crisis te voorkomen, maar de realisatie dat die volgende crisis er gáát komen”, aldus de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), de Gezondheidsraad (GR) en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB).
Aanpassingsvermogen
Aanpassingsvermogen, samenwerking tussen verschillende disciplines en een goede verdeling van verantwoordelijkheden zijn cruciaal om een volgende crisis het hoofd te bieden, aldus de raden. “Hoe, wat en wanneer kunnen we niet weten”, schrijven ze. Daarom is het belangrijk om ook buiten crisistijd te oefenen en samen te werken.
Openheid
Een belangrijke les van het afgelopen jaar is volgens de organisaties het belang van “openheid en het expliciet benoemen van risico’s en onzekerheid”. Dat draagt bij aan transparantie en vertrouwen, vinden ze, ook al brengt het ook “een zekere kwetsbaarheid met zich mee”. Bestuurders kunnen wellicht kwetsbaarder zijn voor kritiek als ze onzekerheden eerlijk benoemen, maar volgens de raden ontstaat zo ook “een cultuur waarin geaccepteerd wordt dat gemaakte keuzes soms later moeten worden bijgesteld, in plaats van een cultuur gericht op risicobeheersing”.
Wetenschappelijke kennis
Tijdens de coronacrisis “hebben we duidelijk de kracht en het belang gezien van wetenschappelijke kennis”, schrijven de adviesraden. Ze noemen bijvoorbeeld de snelle ontwikkeling van coronatests en -vaccins. “Maar we hebben ook beperkingen gezien, zoals de persistente onzekerheden, de onvoorspelbaarheid en regelmatig het gemis van eenduidige adviezen met betrekking tot hoe te handelen”, voegen ze eraan toe. (ANP)