In de samenwerking tussen professionals rondom ondervoeding bij ouderen valt nog veel winst te behalen. Door onder andere meer informatieverspreiding en kennisdeling kan ondervoeding eerder gesignaleerd worden.
Dit blijkt uit een analyse die ZorgImpuls uitgevoerd heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam. ZorgImpuls, een adviesbureau voor regionale en wijkgerichte zorg, heeft de risico’s op ondervoeding voor de wijken Groot-IJsselmonde en Ommoord bestudeerd. Tevens heeft de organisatie het samenwerkingsproces tussen professionals in kaart gebracht.
Naar voren komt dat het onderwerp ondervoeding “niet direct een aandachtspunt” is binnen organisaties en in de regio. Uit de analyse blijkt verder dat samenwerking niet vanzelfsprekend is en dat de samenwerking verschilt per wijk, per huisartsenpraktijk en tussen professionals onderling. In de wijken Ommoord en Groot-IJsselmonde verdient de samenwerking tussen zorgverleners en welzijnsorganisaties meer aandacht, met name omdat de problematiek rondom ondervoeding niet alleen een zorggerelateerd probleem is maar ook een sociaal probleem.
Minder ziekenhuisopnames
Uit het onderzoek blijkt dat preventie in de wijk een bijdrage kan leveren aan minder ziekenhuisopnames en lagere zorgkosten. Hiervoor is een goede balans tussen voeding, beweging en sociale participatie belangrijk. Door thuiswonende ouderen in beeld te hebben voordat ze gebruik maken van zorg kan “een groot winstpunt” zijn in de preventie en tijdige signalering van ondervoeding.
Behalve dat er winst te behalen valt in de samenwerking tussen professionals, is ook informatievoorziening een aandachtspunt. Het gaat dan om informatievoorziening over ondervoeding, zowel bij ouderen zelf als bij betrokken partijen, en inzicht in het proces van signaleren en opvolgen bij partijen in het informele circuit. Mogelijk kan dit samengaan met de inzet van alternatieve interventies, voordat ouderen in het zorgcircuit belanden. Als ouderen in het ziekenhuis belanden, dan ligt daar een belangrijke rol voor transferverpleegkundigen en diëtisten in screening en informatievoorziening naar wijkverpleegkundigen en huisartsen.
De analyse laat bovendien zien dat aandacht voor ondervoeding een bredere doelgroep betreft dan alleen ouderen. Specifieke aandacht is nodig voor zorgmijders, ouderen met dementie, ouderen met COPD en ouderen met een migratieachtergrond.