Wetenschappers gaan bekijken of er genoeg materiaal te vinden is voor een nader onderzoek naar fysiek en psychisch geweld jegens minderjarigen in rijksinstellingen en pleeggezinnen sinds 1945. Ze gaan tevens proberen vast te stellen of vroegere geweldsuitingen in de jeugdzorg al of niet laakbaar waren.
“Een corrigerende klap was tot in de jaren zeventig geaccepteerd, terwijl dat nu niet meer zo is”, aldus een woordvoerder van de onderzoekers maandag. De onderzoekscommissie begint na de zomer en gaat op zoek naar archieven, vakliteratuur en andere publicaties. “Maar ook gesprekken met werkers in de jeugdzorg, vroegere slachtoffers en anderen die kennis dragen van de praktijken van weleer kunnen bijdragen aan het totaalbeeld”, aldus een zegsman van de onderzoekers maandag.
Oud-staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven voerde vorig jaar al gesprekken met lotgenotenorganisaties. Ze willen vooral erkenning van wat kinderen en jongeren vroeger werd aangedaan. “Dit signaal nemen wij uiterst serieus”, schrijven de staatssecretarissen Klaas Dijkhoff en Martin van Rijn maandag in een brief aan de Tweede Kamer.
De commissie onder leiding van Micha de Winter, hoogleraar maatschappelijke opvoedingsvraagstukken aan de Universiteit Utrecht, krijgt tot 1 mei 2016 de tijd voor dit vooronderzoek. Mocht een vervolgonderzoek mogelijk zijn, dan wil men onder meer aard en gevolgen van het geweld tegen de minderjarigen in kaart zien te brengen. (ANP)