Oud-medisch specialist Wijma trad in 2016 toe tot de raad van bestuur van het Zorginstituut en werd eind 2018 benoemd als voorzitter. De afgelopen jaren was hij samen met bestuursvoorzitter Marian Kaljouw van de Nederlandse Zorgautoriteit één van de architecten en grootste pleitbezorgers van passende zorg.
Meer pakketbeoordelingen
Voor het Zorginstituut liggen er volgens Wijma ‘belangrijke uitdagingen’, waaronder het verder verbeteren en verdiepen van pakketbeheer. “Passende zorg in het verzekerd pakket gaat verder dan een ‘ja of nee-uitspraak’ over bewezen effectiviteit”, aldus Wijma. “Passend pakketbeheer omvat een veelheid aan acties, van het proactief doorlichten van zorg die al in het pakket zit, tot het signaleren en agenderen van wat beter kan en móet. Het aantal pakketbeoordelingen en screenings dat wij jaarlijks doen, zal gaan toenemen. En vaker dan voorheen zullen we ons uitspreken over zorg in de langdurige zorg en de ggz.”
Knelpunten voor kankerzorg
Met zogeheten ‘signalementen’ werkt het Zorginstituut aan het vaststellen en in samenwerking uitvoeren van een maatschappelijke agenda voor zorggebieden waar de uitdagingen het meest noodzakelijk zijn, onder andere passende zorg voor mensen met kanker en mensen met hart- en vaatziekten. Het allereerste signalement, over netwerk- en expertzorg voor mensen met kanker, is afgelopen september gepubliceerd. In dit rapport staan twaalf knelpunten en oplossingsrichtingen benoemd. Betrokken partijen uit de kankerzorg gaan hier onder regie van het Zorginstituut al vanaf dit najaar samen aan werken.
Passende zorg zichtbaar maken
De derde grote uitdaging voor het Zorginstituut wordt het op korte termijn vormgeven en uitvoeren van een aanpak om de beweging naar passende zorg zichtbaar te maken via het lokaliseren en bekendmaken van passende zorgpraktijken. Op regionaal niveau zijn genoeg voorbeelden te vinden van zorg die passend wordt georganiseerd en aangeboden. Door die als passende zorgpraktijk te publiceren en brede bekendheid te geven, worden ze eerder nagevolgd. Daarmee versnellen ze de transitie, omdat het voor zorgverzekeraars en zorgaanbieders inzichtelijker en daarmee makkelijker wordt om niet alleen de zorg, maar ook de wijze waarop die is georganiseerd vast te leggen in de contractering en vergoeding.
Vier principes
In november 2020 publiceerden het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit het rapport ‘Samenwerken aan Passende zorg: de toekomst is nú’. Voor het eerst werden daarin de vier principes van passende zorg gepresenteerd als aanpak om vanuit één gedeelde visie de zorg duurzaam te hervormen. Namelijk: passende zorg is effectief en wordt tegen een redelijke prijs aangeboden, is gericht op gezondheid en minder op medicaliseren, zorgverleners en patiënten overleggen samen over de best passende zorg en deze vindt plaats dichtbij waar het kan en verder weg als het moet.
Nu begint het
Deze zomer heeft het Zorginstituut met het ‘Kader Passende zorg’ de principes verder geconcretiseerd tot werkbare normen om passende zorg in de praktijk te kunnen realiseren. Het kader beschrijft daarnaast voor iedere betrokken partij, dus ook voor de burger en samenleving, wat de eigen taken en verantwoordelijkheden zijn. Wijma: “In de twee jaar sinds ons rapport is er veel gebeurd. Het kabinet heeft passende zorg bestempeld tot norm voor alle zorg en met het ‘Kader Passende zorg’ en het Integraal Zorgakkoord hebben partijen binnen de zorg zich geschaard achter de transitie en hun bijdrage daaraan. Maar ook al is er veel vooruitgang, nu begint het eigenlijk pas echt.”
hmcmanagement
Het gaat de goede kant uit maar nu nog zorgen voor het waarmaken van passende zorg in het Randland, het deel van Nederland dat buiten het gebruikelijke aandachtsgebied ligt dat we de Randstad noemen. Immers, vooral in het Randland ontbreekt het aan voldoende gekwalificeerd zorgaanbod dat op passende wijze fysiek bereikbaar is voor de zorgcliënt. Want met alleen online aanbod wordt niet voldaan aan passende zorg. Al diverse malen heb ik in artikelen in DeEerstelijns het probleem aan de orde gesteld van het gebrek aan passende zorg als gevolg van de tekort schietende leefbaarheid in het Randland waardoor zorgverleners in de Randstad blijven hangen. En met o.a. de afbouw van openbaar vervoer en andere voorzieningen in het Randland zal de situatie niet beter worden.
Passende zorg zoals nagestreefd door de NZa en het Zorginstituut blijft een wensdroom zolang het Randland niet dezelfde inzet van de regering krijgt als de Randstad.
Hans Hof, HMC/Profs4Zorg, 23-11-2022