Aanvankelijk moesten gemeenten dit jaar 374 miljoen euro bezuinigen op de jeugdzorg, oplopend naar 463 miljoen euro in 2024 en 570 miljoen euro in 2025. Maandagavond hebben VWS en gemeentekoepel VNG een principeakkoord afgesproken dat zowel in 2023, 2024 en 2025 374 miljoen euro wordt bezuinigd. In totaal worden de eerder ingeboekte bezuinigingen met 285 miljoen euro verlaagd.
Akkoord op hoofdlijnen
Van Ooijen noemt het “hoopgevend dat we nu eindelijk een akkoord hebben over de hoofdlijn van de financiële afspraken”. Met de verlaging van het bezuinigingsbedrag voor 2024 en 2025 worden gemeenten volgens de staatssecretaris zo goed mogelijk in staat gesteld om in ingewikkelde maatschappelijke omstandigheden de jeugdzorg te verbeteren. “Hervormingen zijn nodig om kwetsbare kinderen en gezinnen sneller en beter te kunnen helpen.”
Garanties van het Rijk
Die zogeheten hervormingsagenda had er al in januari 2022 moeten liggen. Daarin worden afspraken vastgelegd over verbeteringen en besparingen in de jeugdzorg. De onderhandelingen over hervormingen in de jeugdzorg liepen eind vorig jaar stuk op het ontbreken van voldoende garanties van het rijk aan gemeenten als de tekorten in de jeugdhulp blijven bestaan.
De VNG heeft het akkoord onder voorbehoud gesloten. De leden (gemeenten) moeten er nog mee instemmen. Het akkoord wordt in de VNG-ledenvergadering van medio juni voorgelegd. Daarnaast willen gemeenten zo snel mogelijk zekerheid krijgen over “voldoende structurele financiële middelen voor de jeugdzorg vanaf 2026”, zegt de Helmondse wethouder Cathalijne Dortmans, die namens de VNG de onderhandelingen met VWS heeft gevoerd.
961 miljoen bezuinigen
Dortmans is tevreden dat de bezuinigingen voor de komende jaren zijn verzacht. “Het is een taai proces geweest, maar we hebben dit voor onze jeugd gedaan.” In 2026 moeten gemeenten wel 961 miljoen op de jeugdzorg bezuinigen. Er komt een commissie van deskundigen. Die bekijkt in 2025 of de ingeboekte bezuinigingen haalbaar zijn. Als dat niet zo is, komt zij met een zwaarwegend advies over hoe gemeenten en rijk daarmee moeten omgaan. (ANP)