Team holding hands together
Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) geeft tien miljoen euro uit aan 34 nieuwe maatschappelijke diensttijdprojecten. Vanaf september kunnen jongeren zich vrijwillig aanmelden voor de maatschappelijke diensttijd. Tot die tijd oefenen organisaties en jongeren met de maatschappelijke diensttijd, die in het regeerakkoord is vastgelegd.
Intussen zijn er nu ruim 70 projecten, in allerlei sectoren, zoals media, cultuur en musea, onderwijs, techniek en ICT, zorg en klimaat, duurzaamheid en circulaire economie. “Tijdens de maatschappelijke diensttijd doen jongeren iets voor een ander, doen ze nieuwe ervaringen op en ontmoeten ze mensen die ze anders niet zo snel tegen het lijf zouden lopen”, zegt staatssecretaris Blokhuis. “Jongeren kunnen daar zelf hun voordeel mee doen en allerlei waardevolle maatschappelijke doelen – van de sport tot klimaat tot cultuur – natuurlijk ook.”
Op basis van de ervaringen wordt medio 2019 bepaald hoe de maatschappelijke diensttijd definitief vorm krijgt. De 34 nieuwe projecten (een selectie uit zo’n 130 aanvragen) ontvangen allemaal financiering vanuit de tweede subsidieronde van het Actieprogramma Maatschappelijke Diensttijd. Vanuit de eerste subsidieronde – in de zomer van 2018 – werden 41 projecten gefinancierd. De bijdrage van het Rijk loopt vanaf 2021 structureel op naar 100 miljoen.
Belonen
Tijdens de maatschappelijke diensttijd moeten jongeren zelf iets nieuws leren en tegelijkertijd iets voor een ander doen, zo is op de website van het programma te lezen. De overheid is aan het onderzoeken op welke manieren jongeren beloond kunnen worden voor de maatschappelijke diensttijd. Daarbij kan worden gedacht aan een vrijwilligersvergoeding, een diploma, zoals een EHBO-certificaat, een training, zoals een taalcursus of kortingen, voor bijvoorbeeld een concertkaart.