VWS vindt de bezuinigingen noodzakelijk, omdat ZonMw volgens het ministerie structureel kan besparen op onderzoek naar onder meer zeldzame ziekten en goed gebruik van hulpmiddelen. Hierop kort VWS 3,7 miljoen euro per jaar. Ook geeft ZonMw jaarlijks niet al het onderzoeksgeld uit: voor VWS reden om het budget met nog eens 1,2 miljoen euro per jaar te verlagen.
Kwaliteitsgelden
Bovendien meent VWS dat ZonMw kan besparen op het programma kwaliteitsgelden, maar het ministerie verbindt hier geen bedrag aan. Dit programma voert ZonMw sinds 2020 uit in opdracht van VWS. Het gaat hierbij om het beheer van de kwaliteitsgelden in de zorgsector. Doel van dit programma is dat (wetenschappelijke) verenigingen van zorgprofessionals en patiënten kennis en inzichten vertalen in kwaliteitsbeleid en -standaarden.
VWS grootste opdrachtgever
VWS is verreweg de grootste financier van ZonMw. Uit de begroting van ZonMw voor 2024 blijkt dat VWS 830 miljoen euro subsidie geeft. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is de tweede geldschieter, met een bedrag van 292 miljoen euro. Dit jaar krijgt ZonMw 15 miljoen minder, volgend jaar 55 miljoen minder.
ZonMw kan geen antwoord geven op de vraag welk onderzoek de organisatie moet gaan schrappen als gevolg van de bezuinigingen en waarom VWS snijdt in de subsidie. “Op dit moment is ZonMw in overleg. Intern hebben uw vragen onze aandacht”, aldus een woordvoerder. Het ministerie van Financiën, dat de Voorjaarsnota opstelt, verwijst voor informatie door naar VWS, maar VWS reageert niet op vragen over de reden om 70 miljoen euro te korten.
Beter functioneren
Mogelijk is de bezuiniging een gevolg van een recente analyse van ZonMw door adviesbureau TwynstraGudde. Ze deden vorig jaar een reeks aanbevelingen om ZonMw beter te laten functioneren. Zelf concludeerde de organisatie in het laatste jaarverslag op basis van dat advies: “Er gaat veel goed, maar er is ook ruimte voor verbetering.”
Peter Koopman
Op zo’n groot bedrag lijkt een bezuiniging altijd mogelijk. (Jammer, dat niet ook de kosten van het adviesbureau zijn vermeld). Maar dat is kwantitatief denken. In Nederland bestaat een grote achterstand inzake onderzoek naar passende “verpleging en verzorging”. In de USA startte verplegingswetenschap in 1909 en in Nederland in 1981 ! Dit jaar is het veertig jaar geleden dat dit academisch onderwijs (in Maastricht) enkele mensen met deze graad beschikbaar kreeg. Inmiddels beschikken bijna alle Nederlandse Universiteiten een leerstoel verplegingswetenschap of met aanverwante leeropdracht. Echter, ondanks de grote huidige behoefte aan onderbouwing van de passendheid in deze beroepsuitoefening ( vgl IZA ) is het beschikbaar ZonMW budget relatief nog zeer gering en zijn ook de mogelijkheden daartoe binnen de ZvW/Wlz bekostiging gering. Een kwantitatief beleidskader voor deze -reeds besloten – bezuiniging zou derhalve onjuist zijn. Heeft het onderzoek door Twijnstra hier inhoudelijk perspectief geboden? Immers er is wel wat onderzoek OVER of AAN de verpleegkundige zorg, maar nog (te) weinig onderzoek IN het werk van deze zorgprofessionals ( ook samen met cliënten/patiënten). Dit terwijl de “passendheid” norm geworden is, toch?
Peter Koopman
Nb op een VWS begroting van > 100 miljard euro/jaar is het totaal bedrag voor onderzoek nominaal flink, maar is 0,83 % relatief beperkt (ZonMw budget) , toch? En bij “verpleging en verzorging” zijn ca 400.000 zorgprofessionals dagelijks betrokken.