Beeld: Nuthawut/stock.adobe.com
Het gaat om ‘kleine’ zorgorganisaties. Die moeten voldoen aan ten minste twee van de drie kenmerken: activa minder dan 6 miljoen euro, netto-omzet minder dan 12 miljoen euro en minder dan 50 werknemers. Bepaalde eenmanszaken zijn vrijgesteld. Helder wil dat kleinere organisaties – net als grotere instellingen – hun jaarrekening deponeren. Eerstelijnsorganisaties stellen dat dat zorgt voor veel bureaucratie en kosten, onder andere voor de accountant.
Helder stelt de formele wetswijziging uit, maar kleine zorgorganisaties moeten desondanks toch de komende twee jaar een jaarverantwoording indienen. Organisaties met minder dan 12 miljoen euro netto-omzet hoeven deze informatie niet op te laten stellen door een accountant, met uitzondering van abortusklinieken. Vooral de huisartsen moeten zich nu verantwoorden volgens deze maatregel, maar onder meer ook pg-gefinancierde zorgaanbieders, kraamzorgbedrijven en trombosediensten.
Verduidelijking vragen
De eerstelijnscoalitie, aangevoerd door LHV, vindt de brief van Helder zo vaag dat ze maandag contact heeft gezocht met VWS voor een nadere uitleg van de brief. “We reageren dinsdag na inhoudelijk om verduidelijking te hebben gevraagd”, aldus een woordvoerder van de Eerstelijnscoalitie.
De eerstelijnscoalitie heeft maanden met VWS onderhandeld over het plan. “De jaarverantwoording heeft geen meerwaarde in relatie tot de inspanning”, zei vice-voorzitter van LHV, Aard Verdaasdonk onlangs in Skipr. Bovendien zouden er onvoldoende accountants zijn om de duizenden extra jaarrekeningen op te stellen. Volgens VWS valt dat erg mee. Onderzoekbureau SIRA, die de regeldruk van de Wtza heeft berekend, stelt dat het om gemiddeld twee uur extra werk gaat per jaar.
Klein winstpunt
De onderhandelingen lijken een klein winstpunt te hebben opgeleverd voor kleine organisaties. In de eerste voorstellen werden zij verplicht om voor 1 juni van elk jaar de jaarverantwoording in te leveren, maar Helder heeft besloten dat – in ieder geval in 2023 en 2024 – uit te stellen tot respectievelijk 31 december en 1 oktober.
Dat betekent dat de kleine organisaties uiterlijk 31 december volgend jaar hun jaarverantwoording van 2022 moeten deponeren en uiterlijk 1 oktober 2024 hun jaarverantwoording over 2023. Reden daarvoor is volgens Helder “dat uit gesprekken met diverse partijen mij duidelijk is geworden dat de bedrijfsvoering aanpassing vraagt om te kunnen voldoen aan de gestelde termijn van 1 juni.”
Uitstel wetswijziging
Een ander winstpunt voor de eerstelijnscoalitie is dat de wetswijziging per 1 januari 2023 is uitgesteld. Helder zegt dat eerst nader onderzoek nodig is of de uitvoering “proportioneel, zo eenvoudig mogelijk is en beperkt tijd vraagt” van de zorgorganisaties. Ze verwacht de uitkomst van de studie volgende maand. Daarna formuleert Helder een ‘ministeriële regeling’ die de zorgorganisaties deze financiële verplichting oplegt.